31 MAART 1948 117 eens zijn met de heer Laban, dat de Raad hier de rol van Pilatus speelt. De Raad blijft verantwoordelijk- Wel spreken we het vertrouwen uit in de Minister, dat hij het Valkenberg zal behouden, maar het is niet zo, dat, als de Minister meent anders te moeten beslissen, de Raad kan zeggen, dat de Minister daarvoor verantwoordelijk is. De Raad neemt de beslissing om het Valkenberg af te staan, maar verzoekt daarbij dringend in overweging te nemen of geen genoegen kan worden genomen met 10 ha- elders. De Minister zal onze goede intenties zien en ons breed gebaar waarderen- Hij zal bemerken, dat wij er zeer veel voor over hebben om de K.M.A. te behouden, zelfs de grootste offers en hij zal dan zeker overwegen of deze offers noodzakelijk zijn. Vervolgens moet spreker tot zijn spijt zeggen, dat men nog niet heeft kunnen uitzien, waar de 10 ha- zouden kunnen komen. Men is nog slechts enkele uren geleden op dat idee gekomen. Maar, waar een wil is, is een weg. De heer de Ruiter kan hij mededelen, dat, wanneer de 10 ha. worden aanvaardt, er geen gebouw in het Valkenberg komt en deze kwestie dan is opgelost. De heer van Oosterhout kan er van opaan, dat over de plaatsing van het gebouw het laatste woord nog niet is gezegd- Tenslotte zal een beslissing moeten worden genomen over deze aan gelegenheid waar nu lang en breed' over is gesproken. Spreker beseft, dat alles bij alles de beslissing niet gemakkelijk zal zijn, maar men mag ook niet uit het oog verliezen, dat de laatste tijd ernstig wordt gestreefd naar een samenbinding van bevolking en leger. Het zijn toch onze eigen jongens- Spreker heeft het gevoel gekregen, dat heel de opleiding op een hoger plan zal worden geplaatst. Spreker is er van overtuigd, dat als de zekerheid is verkregen, dat de K-M.A. in Breda zal herrijzen, er een onvermengde vreugde zal zijn bij burgers en mili tairen en dat beider gevoelens zullen samengaan. Moge dit zijn zonder een bittere bijsmaak. Als het moet zijn, zal ook het offer van het Valkenberg worden gebracht, maar spreker gelooft niet, dat de Minister dit offer zal aanvaarden. Spreker zou thans voor willen stellen een besluit te nemen. Het zou hem zeer aangenaam zijn als heel de Bredase Raad achter het voorstel van Burgemeester en Wethouders ging staan- Mocht dat niet het geval zijn, dan zal hij echter ook de tegenstemmers respecteren- De heer VAN SWOL zegt tegen te zullen stemmen. De heer KAMPHUIJS stelt de vraag, of het toch nog niet mogelijk is de Minister te verzoeken eerst nog in overweging te willen nemen de mogelijkheid om 10 ha. elders te aanvaarden. De VOORZITTER zegt dat eerst met de Minister gaan praten, gezien de onderhandelingen, geen zin meer heeft- De maat is thans vol- Spre ker kan thans niet meer met lege handen aankomen. Alleen wanneer het voorstel in zijn geheel wordt aangenomen, is er sprake van het stel len van vertrouwen in de Minister, niet wanneer thans gevraagd wordt over de 10 ha. alleen te gaan praten. De heer KAMPHUIJS vindt het wel zeer ongelukkig, dat afstand van het Valkenberg verbonden wordt met de mogelijkheid van een beter samengaan van militairen en burgers- Spreker is er verder van over tuigd, dat de Voorzitter het beste voor heeft, maar toch zal hij tegen moeten stemmen- Ook de heer LABAN meent tegen te moeten stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 117