118
31 MAART 1948
De heer VAN DEN BERG zegt nog geen antwoord te hebben gehad
over de juiste uitzetting van het hockeyveld en het officiersverbjijf.
Hij zal in elk geval tegen het voorstel stemmen.
De heer BRINKERHOF verklaart tegen het 'voorstel te zijn-
Hierop vraagt de VOORZITTER of men stemming verlangt. Daar
verschillende leden stemming verlangen, zegt de Voorzitter, dat tot
stemming zal worden overgegaan over het laatste voorstel van Burge
meester en Wethouders. Het komt dus hierop teneer, dat de ontwerp
overeenkomst, zoals aan de Raad voorgelegd, met enkele voorgestelde
wijzigingen met de Staat zal worden aangegaan, onder mededeling aan
de Minister, dat de Raad hiertoe slechts besloten heeft in het volle
vertrouwen, dat deze alsnog in overweging zal nemen, of de mogelijk
heid bestaat i.p.v- met een gedeelte van het Valkenberg genoegen te
nemen met 10 ha- speelterrein elders.
De heer KAMPHUIJS vraagt, of wanneer men tegenstemt, men blijk
geeft geen vertrouwen in de Minister te hebben
De VOORZITTER zegt, dat zulks vanzelfsprekend niet het geval is-
Men geeft dan slechts te kennen, dat men onder geen voorwaarde een
gedeelte van het Valkenberg wil afstaan.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat dit voorstel is aangenomen
met 26 tegen 8 stemmen.
Voor stemmen de heren. A. C- B. van Arendonk, J. J. van Oijen,
J. J. M- ten Holder, C- J. Laureij, J. Verschuren, F. P. van de Noort,
D. J. A- Kramers, A- M. van Oosterhout, C. de Ruiter, H. A. Sprangers,
A. J. J- van Gils, H- J. C. Cosijn, M. A. Beekers, J. Hj A. Roovers, L.
Jonker, J. M. van Bijnen, C- van den Eeden, A- C. Dirven, Mr. A. A. M.
Struycken, A. van Haperen, A. P- Romsom, J- A. Meijs, H. J. van
Houten, A. Jongbloed, O. G- E- M. Verhaak, Ir. J. M. Schijen^
Tegen stemmen de herenl J. D. F. Brinkerhof, A- W. van der Meulen,
L. van den Berg, A. Laban, C- A- H. van Swol, N. G. E. Meijers, A. C.
A. Brekelmans, J- J. Kamphuijs-
Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering-
Secretaris,
Voorzitter,