14 JANUARI 1948
11
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van de verordening op de heffing van rechten voor diensten van
de gem. Reinigings- en Ontsmettingsdienst (bijlagen 1947, no 280)
(aangehouden in de vorige vergadering).
De heer JONKER zegt dat door het aanhouden van dit punt
in de vorige vergadering de raadsleden nog eens in de gelegenheid
zijn geweest zich te beraden. Spreker heeft dit dan ook ge
daan. Hij heeft o.m. de notulen van de vergadering van de raad
van 29 Juli 1938 er nog eens op nageslagen en heeft er gelezen
dat voor het verstrekken van de vuilnisemmers een tarief is vast
gesteld met de bedoeling de kosten van de aanschaffing daardoor
te dekken. Spreker heeft dat in de vorige raadsvergadering al
als zijn vermoeden te kennen gegeven en dit blijkt juist te zijn.
Burgemeester en Wethouders halen als argument voor de ver
hoging thans aan sterke prijsstijging van het materiaal. Spreker
vindt dit niet juist. Wel zou het juist zijn indien zou zijn gebleken
dat de exploitatie van de emmers thans op deze wijze niet meer
zou kunnen worden voortgezet. Thans is spreker een tegenstan
der om op deze wijze het totaal exploitatietekort van deze dienst
te dekken.
De heer KRAMERS merkt op de vorige vergadering verschil
lende bezwaren naar voren te hebben gebracht. Hij wilde er nu
niet meer op terugkomen, behalve op de kosten voor de verklarin
gen van huiseigenaren over het vrij zijn van wandgedierte van
de te verhuren huizen. Spreker zou deze kosten liever willen af
wenden op de nieuwe bewoners.
De heer VAN GILS merkt op dat de behandeling van dit punt
in de vorige vergadering blijkbaar .de activiteit van de politie
heeft geprikkeld. Er zijn althans kort daarna verschillende pro
cessen-verbaal opgemaakt tegen het te lang buiten laten staan
van vuilnisemmers. Hoewel spreker het er mee eens is dat de
emmers zo kort mogelijk buiten moeten staan kan het soms voor
de bewoners erg moeilijk zijn de voorschriften daaromtrent na te
komen. Als regel wordt de komst van de vuilniswagen door rate
len aangekondigd, maar daar dit niet altijd het geval is weet men
niet altijd precies wanneer men de emmers buiten moet zetten.
Verder is het ook veelal gebruik dat de man de emmers buiten
zet en daarbij moet hij rekening houden met zijn werkzaamheden.
Voor hij naar zijn werk gaat zet hij reeds de emmers buiten. Spre
ker vindt dan ook het optreden van de politie niet juist.
De heer DE RUITER blijft bij zijn standpunt dat hij reeds in
de vorige vergadering naar voren heeft gebracht dat deze prijs
stijging onjuist is in verband met de loon- en prijspolitiek. Spreker
vraagt daarom ook stemming over dit punt.
De heer JONGBLOED deelt mede dat dit punt de vorige verga
dering is aangehouden teneinde zich nog eens te beraden, maar
in hoofdzaak hoort men dezelfde geluiden. Spreker's fractie is er
voor de prijsstijging zoveel mogelijk tegen te gaan, maar hij heeft
toch geen bezwaar tegen de voorgestelde verhoging daar dit
slechts een verhoging is van f 0,60 tot f 0,80 en het meer betreft
een glad strijken van plooien. Daar komt nog bij dat er verschil-