ONTWERP 20 APRIL 1948 135 37. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek om subsidie van de stichting Katholieke Gezinszorg- (Bijlagen 1948, no- 112-) De heer VERHAAK zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, Hoewel ik er van overtuigd ben dat er geen verschil van mening be staat over de meer of mindere noodzakelijkheid van het geven van hulp in de gezinnen bij ziekte of ontstentenis van gezinshoofden of van oudere gezinsleden, wil ik toch gezien het prae advies van Bur gemeester en Wethouders, naar aanleiding van het verzoek om subsidie van de Stichting „Katholieke Gezinszorg", een enkele opmerking maken. Ik wil hierbij de volgorde der punten nemen zoals deze door Bur gemeester en Wethouders werden behandeld- Over de punten 1 en 2 zal ik niet spreken, aangezien deze conform het verzoek door U werden geadviseerd. Naar aanleiding van punt 3, de suppletoire subsidie van 9000. wil ik opmerken, dat zeker de ei-s gesteld kan worden dat een stichting met 50°/o -subsidie der kosten een sluitende begroting heeft- Ik ben het er evenwel niet mee eens dat dit bij deze stichting ten koste van alles gevorderd mag worden. Immers, dit' kan alleen bereikt worden door -de uitgaven te drukken öf -de inkomsten op te voeren- A. De uitgaven drukken zal zeer bezwaarlijk gaan, gezien de lage salarissen welke deze meisjes ontvangen- Het bruto inkomen der ge zinsverzorgsters bedraagt namelijk 100.per maand, waarvan voor kost en inwoning 60.-ingehouden wordt, zodat uiteindelijk slechts 40per maand resteert. Mijnheer de Voorzitter, ik geloof niet dat iemand zonder ideële instelling bereid is dit werk te verrichten voor dit bedrag, gezien de lange en uiteraard zware taak welke vervuld moet worden- Doch behalve de zware, dikwijls dubbele dagtaak, kleven aan dit beroep nog andere schaduwzijden, welke veel donkerder zijn dan de buitenstaanders en zelfs de gezinshulpen zelf weten. Ik kan U de verzekering geven, dat door de hulp die dikwijls verleend wordt in gezinnen waar de moeder of een ander gezinslid overwerkt is, of aan een chronische ziekte lijdt, deze hulpen stééds het risico en dikwijls de gevolgen van het nauwe contact moeten dragen- Mijnheer -de Voorzitter, ik durf U uit eigen ervaring de verzekering geven -dat het aantal dat maanden de gevolgen van dit werk draagt zéér groot is, niettegenstaande de goede sociale maatregelen d-ie ge troffen kunnen worden. Aangezien er geen andere uitgaven zijn be halve bureaukosten, die zeer laag zijn gehouden; geloof ik niet dat op de post uitgaven redelijkerwijze is te bezuinigen. B. De inkomsten opvoeren, inderdaad, -dit is theoretisch zeker mo gelijk; doch als wij zien dat vrijwel uitsluitend degenen die geholpen worden behoren tot -de arbeidende klasse en de kleinere ambtenaren (70°/o), en 25%) tot de kleine middenstand, -dus juist die categorieën, die zelfs zonder ziekte of andere oorzaken het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden, dan betwijfel ik toch wel of het juist is deze categorieën het zgn- verschil tussen kostprijs en de vraagprijs, of een gedeelte daarvan, te -doen betalen- Ik meen dat de gemèèn-schap de kosten welke nog overblijven na de verrekening der diverse subsidies, toelagen, etc., dient te dragen- Ik wil dan ook het voorstel -doen deze tekorten, tot een maximum van 9000.alsnog te willen toestaan. Vervolgens het punt 4. Iedereen die zich meer of minder in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 135