148
12 MEI 1948
een nieuwe algemene salarisverordening ambtenaren (bijlagen
1948, no. 132).
De VOORZITTER zegt dat het misschien niet ondienstig zou
zijn dit punt te behandelen samen met punt
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van
de nieuwe algemene salarisverordening ambtenaren (bijlagen 1948,
no. 133).
De heer VAN GILS merkt op dat nu de salarisregelingen zo
wat van hogerhand worden gedecreteerd er eigenlijk niet veel over
te zeggen valt, toch v/il hij een opmerking maken.
In artikel 5 staat te lezen, dat aan gehuwde ambtenaren die de
leeftijd van 23 jaar hebben bereikt een huwelijkstoelage wordt
verleend.
Spreker acht het onjuist hier een leeftijdsgrens te stellen. Het
zal wel niet veel voorkomen, dat ambtenaren voor die tijd in het
huwelijk treden, maar men dient toch met de mogelijkheid reke
ning te houden.
De heer BRINKERHOF zegt te moeten aannemen, dat deze
salarisregeling door Georganiseerd Overleg is goedgekeurd, maar
het bevreemdt hem toch dat de hogere ambtenaren, in salaris om
hoog zijn gegaan en de anderen op het zelfde niveau zijn gebleven.
De heer MEIJS wijst op een vermoedelijk gemaakt foutje in de
redactie van het eerste lid van artikel 5. In de eerste alinea wordt
gesproken over mannelijke ambtenaren en in de 2de alinea over
ambtenaren, dat zal wel vrouwelijke ambtenaren moeten zijn.
De heer VAN SWOL merkt op, dat helaas de situatie zo is dat
de gemeente practiseh geen zgggingschap over de salarissen van
het gemeentepersoneel heeft, maar spreker wil er toch voor waar
schuwen om op grond daarvan de verordeningen zo maar aan te
nemen. We mogen wel eens overwegen, in hoeverre we ons binden.
Deze salarisverordening gaat in elk geval mank. De lagere am-
tenaren profiteren niet van de verbeteringen, zij hebben toch ook
recht op een menswaardig bestaan.
De heer VAN EGERAAT merkt op, dat in artikel 5 lid 1 in de
eerste alinea gesproken wordt over mannelijke ambtenaren en in
de laatste over ambtenaren.
Wethouder ROMS OM zegt, ten aanzien van de opmerking van
de heer van Gils, dat deze regeling is overgenomen van de Rijks
regeling, daar mogen we toch niet boven uit gaan op gevaar af
deze verordening niet goedgekeurd te krijgen. Ten aanzien van
do opmerkingen van de heren Brinkerhof en van Swol moet spre
ker zeggen, dat het hier niet gaat over nieuwe lonen, toch slechts
over de incorporatie van de verschillende tijdelijke toelagen; de
nieuwe salarisregeling is in voorbereiding, daar krijgt de raad nog
over te oordelen.
Spreker moet opmerken dat in elk geval ook bij deze verorde
ning de werklieden niet zijn achtergesteld, in tegendeel de hoogste