12 MEI 1948
155
allesbehalve ,,af" is, ontkom ik niet aan de indruk, dat de z.g.n.
verkeerscommissie niet die activiteit aan de dag legt, welke in
een plaats als Breda verwacht en gewenst mag worden. Het ver
keersobstakel dat regelmating wordt geparkeerd in het zoeven ge
noemde gedeelte van de Frisolaan is de wagen met kenteken
N 77022. De heer Mr van Woensel zal ongetwijfeld de juistheid
van mijn mededeling kunnen bevestigen. Ik moge U beleefd ver
zoeken een en ander te doen onderzoeken, opdat eventueel een
parkeerverbod voor deze zo drukke weg worde uitgevaardigd.
De VOORZITTER kan hierop het volgende antwoorden:
ad 1. Het crediet voor het opbouwen is door Gedeputeerde Staten
nog niet goedgekeurd. De beslissing van Gedeputeerde Staten zal
heden vallen. Daar het advies van de betreffende Griffieafdeling
gunstig was, is het wel waarschijnlijk, dat goedkeuring is verleend.
ad 2. Geantwoord kan worden, dat het inderdaad de bedoeling is
dat ook het laatste stuk van de Molenley wordt gedempt. Er
wordt op gerekend, dat normalisering van het daar gelegen ge
deelte van de Mark tot spoedige uitvoering zou komen. Met de
dan vrijkomende grond zou dan ook het laatste stuk van de Ley
worden gedempt. Waarschijnlijk door gebrek aan D.U.W.-arbeiders
ondervindt de Markverbetering stagnatie.
ad 3. Hierover zal advies van de Commissaris van politie worden
gevraagd.
Rondvraag:
De heer VAN OYEN merkt op dat men twee maanden heeft ge
daan over de verbetering van de Gaffelstraat. Het is spreker niet
bekend, dat men er goud heeft gevonden in die tijd, maar als het
bestratingsplan op die wijze wordt uitgevoerd, zou het goud gaan
kosten. Spreker zou willen verzoeken er op te willen toezien, dat
het sneller gebeurd.
De heer TEN HOLDER zegt, dat het toch wel heel erg is dat
het bouwen van de nieuwe Gasbrug niet is goedgekeurd vooral
als de fabrieken uitgaan is de toestand daar zeer gevaarlijk.
De VOORZITTER zegt, dat Ir Bolsius heeft verklaard dat toe
stemming zal worden verleend, zodra de materiaalpositie het toe
laat. Spreker zal zich nog eens in verbinding stellen met de we
deropbouw.
De heer DIRVEN zegt dat de verbreding van de Doelenstraat
wat op zich is toe te juichen, met zich mede brengt, dat het ver
keer aldaar sneller is geworden, wat gevaar oplevert voor de kin
deren van de Mariaschool. Het plaatsen van een bord „School"
midden in de Doelenstraat zou zeer gewenst zijn. Een ander nadeel
is, dat de lantaarns daar alle verdwenen zijn. Er zou thans een
lantaarn kunnen worden geplaatst in de plaats van het afgebroken
huis.
De heer VAN DE NOORT merkt op dat hij in Februari reeds