156 12 MEI 1948 heeft aangedrongen op de verbetering van de Verlaatstraat. Er is daar nog niets aan gebeurd. De heer VAN DE EEDEN zegt dat hij indertijd aan Wethouder van Houten heeft gevraagd de mogelijkheid te willen bezien van levering van gas en water aan de bewoners van Klein Buitenveld. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat de situatie daar zeer moei lijk is, de directie van de fabriek wil niet meewerken, deze is eige naar van de grond. Wat het water betreft, zit men vast aan de Waterleiding Mij „Noord-West-Brabant". De heer VAN DEN EEDEN vindt het toch nog al erg, dat twaalf gezinnen in het geheel 43 personen van water verstoken moeten blijven, omdat één persoon niet wil. Wethouder VAN HOUTEN zegt dat we geen enkele bevoegd heid hebben wat de waterlevering betreft; een conflict wil hij thans liever vermijden, daar er goede hoop bestaat dat de con- sessie in Januari 1949 kan worden overgenomen. De heer DE RUITER wijst in dit verband nog eens op de Spoor baanstraat. Wethouder VAN HOUTEN zegt dat deze kwestie met de Water leiding Mij „Noord-West-Brabant" is geregeld, maar dat er thans moeilijkheden zijn met de Directie van de Nederlandse Spoorwegen, welke hopelijk spoedig zullen zijn opgelost. De heer VAN EGERAAT zegt, dat door de verbetering van de Willemstraat de inkomst in Breda fraaier is geworden, maar als men naar het station toegaat het lelijke station nog meer in zicht is gekomen. Spreker doet de suggestie het station te cammoufle- ren door een rij bomen of klimop of iets dergelijks. Tevens wijst hij op de verkeerspuzzle op het stationsplein. De VOORZITTER zegt dat men veel kwaad van het station kan zeggen, maar men zal moeten toegeven, dat het zeer gemak kelijk is. wordt de vergadering gesloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 156