14 JANUARI 1948 15 net of Breda maar raak onteigent, maar spreker kan verklaren dat tot nu toe practisch niets onteigend is. Hoogstens een halve h.a. en getracht zal worden dit ook in de toekomst zo te houden. Hen moet natuurlijk in het oog houden dat onteigening niet al tijd is te voorkomen. Woningbouw is momenteel primair, maar men kan er van op aan dat alles in het werk wordt gesteld om de nodige gronden zonder onteigening in het bezit te krijgen. Zo moet men ook dit voorstel bezien. Op het lijstje van de te onteige nen gronden staan ook percelen vermeld waarover nog steeds on derhandeld wordt. Zo is het spreker bekend dat de eerste 4 daarop vermelde personen zelfs zeer tevreden zijn over de geboden prijs; de gronden van van Gils en v. d. Corput zijn ook reeds in handen van de gemeente en wat de mogelijkheid betreft voor de tuinders om elders te beginnen moet spreker opmerken dat in de Vught- polder wel degelijk goede grond is gelegen die voor tuinbouw ge schikt kan worden gemaakt. In de korte Vught liggen gronden welke niet beter kunnen zijn. Spreker wijst verder op het voorstel tot bodemkartering. Het zal echter wel nodig zijn de omliggende gemeenten daarbij te betrekken. Verder is spreker er steeds op uit om met de eigenaars te onderhandelen. Dit gebeurt op een zeer prettige wijze met medewerking van de heer Muis van Openb. Werken die hij daarvoor een pluimpje wil geven. Overigens kan men er van op aan dat spreker alles in het werk zal stellen om de tuinbouwgronden zoveel mogelijk te sparen. De VOORZITTER deelt hierna het volgende mede: 1. In het ontwerp-raadsbesluit moet de 2e alinea op pagina 2 (Wiercx) nog worden aangevuld met: „daar het mogelijk wordt geacht hem een gelijkwaardig terrein in de sector te verschaffen"; 2. op pagina 4 in de vijfde alinea wordt gesproken over per ceel sectie D No. 529. Hiervoor moet worden gelezen: No. 527; 3. op pagina 5 sub. I tussen de woorden: „gedeelten" en „om schreven" moeten worden tussengevoegd de woorden: „aangege ven op de bij dit besluit behorende kaart en". De heer DIRVEN zegt overtuigd te zijn dat het uiterste zal wor den gedaan om de tuingrond te sparen, maar spreker vindt het toch wel erg dat er op de Heuvel verschillende tuinders verdreven zijn. Thans is hetzelfde het geval in de Liniestraat. Het geven van een behoorlijke vergoeding helpt er niet aan; de mensen zijn hun grond kwijt en waar moeten ze heen. Deze mensen worden ge dwongen om naar de fabrieken te gaan en nu kunnen ze elders wel tuingrond zoeken ep die zal ook wel te vinden zijn b.v. in de Haagse Beemden, maar dan komen de mensen veel te ver van hun grond af te zitten. Ze zullen dan een uur of langer moeten fietsen. Verleden week is er een vergadering geweest van de N.C.B. en daar is heel wat te doen geweest over het verloren gaan van goede tuingrond. De heer VAN DEN EEDEN wijst er op dat men in verschillende gemeenten bezig is tuingronden te ontnemen. De schadeloosstel ling is meestal zeer gering en dat voor grond waarvoor men zo lang geploeterd heeft. De heer VAN GILS zegt nog geen antwoord te hebben gehad omtrent het scheuren van weiland in de Vughtpolder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 15