160
16 JUNI 1948
Tegenwoordig de heren: H. J. VAN HOUTEN, L. VAN DEN
BERG, A. W. VAN DER MEULEN, R. P. VAN DE NOORT, H.
A. SPRANGERS, J. VERSCHUREN, C. J. LAUREY, A. LABAN,
A. M. VAN OOSTERHOUT, J. H. A. ROOVERS, L. JONKER, A.
M. VAN GOOL, J. VAN KAMPEN, Drs B. VAN EGERAAT, J. J.
VAN O YEN, J. A. MEYS, A. C. DIRVEN, D. J. A. KRAMERS,
A. J. J. VAN GILS, H. J. C. COSIJN, J. J. KAMPHUYS, J. M.
VAN BIJNEN, J. J. M. TEN HOLDER, Mr A. A. M. STRUYCKEN.
A. JONGBLOED, O. G. E. M. VERHAAK, C. H. A. VAN SWOL,
A. C. B. VAN ARENDONK, J. D. F. BRINKERHOF, A. C. A.
BREKELMANS, N. G. E. MEYERS, Ir J. M. SCHIJEN.
Afwezig de heren: C. VAN DEN EEDEN, M. A. BEEKERS, A.
VAN HAPEREN, A. P. ROMSOM, C. DE RUITER.
Voorzitter: de heer Dr CLAUDIUS A. PRINSEN.
Secretaris: de heer Mr P. H. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed
uit waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8 A van het Regle
ment van Orde voor de vergaderingen van de Gemeenteraad.
Vervolgens deelt spreker mede, dat bericht van verhindering is
binnengekomen van de heren A. VAN HAPEREN, A. P. ROMSOM,
C. DE RUITER.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
1. Vaststelling der notulen van de vergadering van 20 April
1948.
De heer TEN HOLDER merkt op dat hij deze notulen niet heeft
ontvangen. Enkele andere heren delen hetzelfde mede.
De heer MEYS zegt, dat deze heren zich vermoedelijk wel ver
gissen, daar de notulen reeds ongeveer 3 weken geleden zijn ont
vangen.
De VOORZITTER zegt dat gezien deze lange tijd, sommige le
den niet meer weten, dat ze ze hebben gekregen. Hij heeft er
overigens geen bezwaar tegen de notulen aan te houden.
2. Schrijven van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring'
van enkele raadsbesluiten.
3. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende de
mededeling van de vaststelling der gemeenterekening 1944.
4. Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Bra
bant inzake beroep van enkele schoolbesturen tegen de vaststel
ling van het bedrag der vergoeding ex artt. 55bis en 101 der
L.O. wet 1920, met schrijven van Burgemeester en Wethouders
(bijlagen 1948, no. 153).
5. Schrijven van de Commissie van onderzoek der rekening enz.
van het B.A., waarin wordt voorgesteld deze goed te keuren.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.