164
16 JUNI 1948
is, een surprise zal worden gegeven in schoolverband. Iets anders
is de organisatie van de feesten.
De heer Dirven heeft opgemerkt, dat ook v.m. Ginneken met
een apart feest kan komen, maar dat gebeurt niet.
Daar is men zo verstandig geweest zich bij Breda aan te sluiten.
Het is spreker niet duidelijk waarom dat in v.m. Princenhage niet
is geschied. Er moest geen verschil meer bestaan tussen oud-Breda
en v.m. Princenhage en Ginneken.
De VOORZITTER merkt op, dat er toch in de redenering van
de heer Dirven wel iets zit. Dat bepaalde stadsgedeelten een
eigen karakter behouden, vindt spreker niet onjuist, dat is een
cultuurbewarend element, en er zal niemand bezwaar tegen heb
ben dat v.m. Princenhage in overleg met het Oranje-comité het
gedeelte krijgt wat voor de kinderen bestemd is.
De heer DIRVEN merkt op, dat v.m. Princenhage gaarne een
eigen feest wil organiseren, waarvoor zij graag het haar toekomend
deel van de subsidie ontving.
De VOORZITTER kan dit laatste niet toezeggen. Het Oranje-
Comité heeft reeds een begroting opgemaakt en men heeft toch al
veel moeten besnoeien.
De heer DIRVEN zag toch gaarne het subsidie verdeeld naar
evenredigheid van het aantal inwoners.
De VOORZITTER zegt zulks fout te vinden. Men moet de zaak
niet in stukken gaan knippen, anders komt straks iedere wijk.
De heer DIRVEN wijst op de bevrijdingsoptocht, welke in 1945
in voormalig Princenhage is gehouden en waarnaar vele uit Breda
zijn komen kijken en hun bewondering hebben uitgesproken. Een
dergelijke optocht wil men op 29 Augustus in v.m. Princenhage
weer houden.
De VOORZITTER zegt dat oud-Breda een grote optocht op het
programma heeft staan. Men moet nu niet in Princenhage apart
gaan beginnen. Men moet maar meedoen aan de optocht
van Breda en daarin een aparte groep vormen. Men maakt het
ook voor de autoriteiten, die men gaarne overal wil zien dan veel
te moeilijk. Men moet eendrachtig feestvieren bij dit zeer zeld
zame feest.
De heer VAN OYEN acht dit volkomen juist; Ginneken zou ook
nog wel apart kunnen komen.
De heer JONGBLOED kan zich volkomen met de voorzitter ver
enigen. Men moet geen aparte optochten gaan houden; het moet
een centraal feest worden. Voor de schoolkinderen is het iets an
ders. Een andere vraag is echter wat het Oranje-Comité in totaal
denkt te besteden.
De VOORZITTER vindt het niet bezwaarlijk dat men in afzon
derlijke wijken een apart feest organiseert in de vorm van een
gezellige avond met een dansje. Maar het grote feest moet men