16 JUNI 1948
165
gezamenlijk vieren zeker geen aparte optochten houden. Wat het
beschikbare geld betreft, heeft spreker begrepen, dat men onge
veer over een f 30.000.- zal beschikken, maar er komt ook heel
wat kijken voor een behoorlijk programma.
De heer KAMPHUYS zegt thans nog wel gaarne een uitspraak
te hebben wat er gebeuren zal. Hij vindt het ten enenmale onjuist,
dat er een aparte optocht wordt gehouden.
De VOORZITTER zegt niet van dwang te houden; hij acht het
het beste, dat de heer Dirven eens een bespreking belegd tussen de
twee comité's.
De heer DIRVEN zou in ieder geval naast de subsidie voor de
kinderen toch nog gaarne een aparte subsidie zien voor een eigen
feest, zij het dan dat dit geen optocht zal zijn.
De VOORZITTER zegt dat hij daar maar eens over moet praten.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
19. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van de Pius X-stichting om subsidie voor het wijkwerk (bij
lagen 1948, no. 155).
20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanvra
gen van voorschotten uit 's-Rijks kas en het daaruit verstrekken
van 2e hypothecaire geldleningen op voet van de Financierings
regeling woningbouw 1947 (bijlagen 1948, no. 163).
Beide voorstellen worden zonder bespreking aangenomen.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
van het Werkliedenreglement (bijlagen 1948, no. 149).
wijziging
De heer VAN OYEN brengt dank aan Burgemeester en Wethou
ders voor de snelle wijze waarop aan de wens van Georganiseerd
Overleg gevolg is gegeven. Er zijn nog wel meer wensen; we zijn
er nog wel niet, maar zo komen we cr toch wel.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
van een gratificatie aan de ambtenaren en werklieden bij 25- cn
40-jarig dienstverband (bijlagen 1948, no. 150).
De heer SPRANGERS juicht dit voorstel van harte toe. Spre
ker zelf heeft in zijn ambtenarenloopbaan wel anders meegemaakt.
Enkele jaren geleden vierde hij zijn gouden ambtenarenjubileum,
iets wat maar zeer zelden voor zal komen. Men moet dan immers
al met zijn vijftiende jaar in dienst z'in gekomen. Bij die gelegen
heid ontving spreker van zijn gemeentebestuur een schrijven, wot
hij vervolgens voorleest. Het gemeentebestuur wenst hem daarin
geluk en deelt mede, nog wel daarop te zullen terugkomen. Enige
tijd later komt deze kwestie in de Gemeenteraad aan de orde en
naar aanleiding daarvan ontving spreker wederom een brief van