166
16 JUNI 1048
het gemeentebestuur, welke hij voorleest en waarin wordt medege
deeld, geen reden te hebben nog' nader hierop terug te komen.
Spreker is er daarom over verheugd, dat men in Breda er an
ders over denkt; hij had dat niet verwacht.
De VOORZITTER wil geen oordeel vellen over de houding van
andere gemeentebesturen, maar hij wil wel verklaren, dat hij het
jammer vindt in een grote gemeente als Breda niet voor iedere
ambtenaar die interesse te kunnen hebben, welke hij gaarne zou
tonen.
Iedere ambtenaar heeft wel eens een klop op de schouders no
dig, maar als men een personeel heeft van ongeveer 1300 mensen,
komt daar niet veel van, daarom moeten we blij zijn met deze al
gemene regel.
De heer VAN SWOL vindt het fijn, dat deze regeling is geko
men, maar hij zou toch nog wel gaarne zien, dat degene die on
langs 50 jaar in gemeentedienst was ook nog van deze regeling
profiteerde.
De VOORZITTER verzoekt de heer van Swol hem straks de
naam maar eens in het oor te fluisteren.
De heer JONGBLOED merkt op dat deze regeling geldt voor
25- en 40-jarig dienstverband. Het is toch wel niet de bedoeling-
om hen die het bij gelegenheid van dat jubileum al hebben gekre
gen, nog eens te gedenken bij een 50-jarig jubileum. Overigens
meent spreker dat deze regeling met terugwerkende kracht vanaf
1 Januari 1948 geldt. Spreker merkt verder op, dat de redactie
niet helemaal juist is; er wordt gesproken van: „van welke jaren
de laatste 15 tenminste in dienst dezer gemeente moet zijn ver
vuld". Dit moet natuurlijk zijn: „tenminste de laatste 15". Vervol
gens is ook de redactie, zeer onduidelijk waar het gaat over de be
rekening van de diensttijd doorgebracht in andere gemeenten en
in een gemeente, waarvan gebied aan Breda werd toegevoegd.
De VOORZITTER zegt de redactie nog eens nader te zullen zien.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
23. Voorstel van Burgemeester cn Wethouders tot het van
overeenkomstige toepassing verklaren op het gemeente-personeel
van het K.B. van 11 Mei 1948 tot uitkering' van een bedrag over
eenkomende met 2'/2 van de pensioengrondslag over 1947 (bij
lagen 1948, no. 152).
Dit voorstel wordt zonder bespreking aangenomen.
24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verle
nen van eervol ontslag aan de heer P. J. Cruysen als ambtenaar
van de burgerlijke stand en tot benoeming van de heer J. A. Walt-
jen als ambtenaar van de burgerlijke stand (bijlagen 1948, no. 162).
De heer JONGBLOED wijst op het betreffende artikel in de Ge
meentewet, waarin staat vermeld, dat een aanbeveling van 2 per-