176
14 JULI 1948
De VOORZITTER zegt, de volgende keer een uiteenzetting te
zullen geven over de samenstelling van de Jeugdraad, tenzij een
van de heren Wethouders reeds thans er iets meer over kan me
dedelen.
Wethouder STRUYCKEN zegt, dat de Jeugdraad een autonoom
lichaam is, dat zichzelf aanvult. Spreker moet overigens mede
delen, dat het met de Jeugdraad niet gaat zoals het moet. Het
is een instituut, dat stimulerend zou moeten werken. Het is thans
zo, dat het zelf een stimulans nodig heeft. Er wordt echter op
het ogenblik getracht meer leven in te blazen. Spreker meent
dat er toch vroeger wel gedacht is aan de Bredase bestuurders-
bond.
De heer JONGBLOED zegt wel te weten, dat de heer Heer in
dertijd is uitgenodigd, maar na zijn vertrek is er over een ander
niet meer gesproken.
De VOORZITTER zegt, deze zaak nog eens te willen bekijken.
Het is moeilijk om een lichaam, dat geen vast omschreven taak
heeft, behoorlijk op gang te houden.
4. Schrijven van Burgemeester en Wethouders betreffende de
samenstelling van de 4 afdelingen voor onderzoek van de gemeen
te-begroting voor het dienstjaar 1949.
De VOORZITTER zegt, dat er 4 afdelingen moeten worden ge
trokken, waarvan de eerste afdeling zal bestaan uit Weth.
Struycken als voorzitter en 9 leden; ds tweede af deling uit Wet
houder van Haperen als voorzitter en 8 leden; de derde afdeling
uit Wethouder Romsom als voorzitter en 8 leden; de vierde af
deling uit Wethouder van Houten als voorzitter en 8 leden.
Na trekking blijkt, dat de afdelingen als volgt zijn samenge
steld
le afdeling: de heren Beekers, van den Berg, Brekelmans, Kra
mers, Laureij, van Oosterhout, Roovers, de Ruiter, Verhaak.
2e afdeling: Brinkerhof, van Bijnen, Cosijn, van Gils, van Gooi,
Laban, Schijen, van Swol.
3e afdeling: Dirven, van Egeraat, ten Holder, Jongbloed, van
Kampen, Meijers, van Arendonk, Kamphuijs.
4e afdeling: v.d. Eeden, Jonker, v. d. Meulen, Meijs, v. d. Noort,
van Oijen, Sprangers, Verschuren.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming
van een onderwijzeres aan de openbare lagere school aan de Mid-
dellaan (bijlagen 1948, no. 173).
De heer SPRANGERS merkt op, dat in de laatste raadsver
gadering is aangedrongen op het geven van proeflessen. Spreker
heeft echter in de stukken gezien, dat deze reeds gegeven waren.
De heer JONGBLOED merkt op, dat Burgemeester en Wethou
ders thans komen met een ongewijzigde aanbeveling. Dit is re
verklaren, omdat de sollicitante, waarom het ging, zich heeft
teruggetrokken, omdat zij inmiddels elders is benoemd.
Maar spreker wil nog wel opmerken, dat hem de nadere mo-