180 14 JULI 1948 door de R.K. leerlingen der Ambachtsschool (bijlagen 1948, no. 174). De heer VAN KAMPEN zegt dat door de voorzitter meermalen gehekeld is het steunen op de overheid met verwaarlozing van eigen initiatief. Spreker acht daarom het verzoek dat eenzelfde geest ademt niet op zijn plaats. Bovendien zou hier een precedent worden geschapen; de MULO-schoien zouden dan ook wel kun nen komen. De heer LABAN zegt dat het voldoende bekend mag worden ge acht dat sprekers fractie altijd een grote voorliefde heeft betoond voor het onderwijsvraagstuk, maar wat hier gevraagd wordt gaat toch wel te ver. Spreker vindt het jammer, dat het begrip „re traite" niet meer omschreven is. Wel is spreker van mening, dat vernieuwing bij het onderwijs hard noodzakelijk is, ondermeer is het klaarmaken voor het volle maatschappelijk leven, een redelijke eis. Ter zijner tijd ligt hier voor de gemeente wel een taak. De jeugd raad is op dit punt weinig actief, maar hier is het zo, dat van kerkelijke zijde een plan is opgevat, terwijl men de financiering aan de gemeente overlaat, en dat vindt spreker niet juist; moge lijk dat Burgemeester en Wethouders de zaak nog nader zullen toelichten, maar zonder meer kan spreker het voorstel niet onder steunen. De heer LAUREY zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, Het is mij niet duidelijk en ik kan het ook niet uit het prae- advies opmaken, van wie het verzoek om bijdrage van f 250. nu eigenlijk uitgaat. Is het een spontaan verzoek dat uitgegaan is van Uw college of wel van de Directeur der Ambachtsschool dan wel van de jon gens zelf of van de ouders Afgezien daarvan wil ik verklaren dat ik het eens ben met uw ooilege, namelijk dat een retraite voor de jongens van grote be tekenis is en ik wil zelfs nog verder gaan en beweren, dat het niet alleen van eminent belang is voor de jongens van de 2e klas se, doch evenzeer voor de jongens van de eerste klasse. Boven dien ook voor de jongens van de M.T.S., van de Handelsavond school, voor de jongens en meisjes van het Lyceum en evenzeer voor alle oudere jongens en meisjes der bijzondere katholieke scholen. Mijn tweede vraag is, waarom nu juist begonnen wordt met de jongens uit de 2e klasse van de ambachtsschool en of het in de bedoeling ligt successievelijk voor alle jongens en meisjes van de door mij genoemde leerinstellingen straks subsidie voor het vol gen van een retraite aan te vragen. Want het zal toch zo zijn Mijnheer de Voorzitter, dat indien de Raad de bijdrage voor deze ambachtsschool-jongens toestaat, straks ook voor de kinderen van al die andere genoemde Onder wijsinrichtingen subsidie wordt gevraagd, welke dan, indien de kinderen of hun ouders, in gelijke omstandigheden als die van deze ambachtsschool verkeren, kwalijk kan geweigerd worden. Want ik herhaal voor al die duizenden kinderen is, van katholiek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 180