184 14 JULI 1948 L'e heer MEYS is van mening, dat de heer Brinkerhof het niet behoeft te betreuren, dat spreker van zijn aanvankelijke twijfel is teruggekomen. Verandering van inzicht, kan zeer sportief zijn. Spreker is het ook niet eens met de heer van Kampen dat de ge lijkstelling van het onderwijs zodanig is, dat een subsidie hier niet op zijn plaats zou zijn. Een retraite bij het einde van een school tijd is van zeer bijzondere betekenis. De jongens gaan de wereld in en hebben deze retraite hard nodig. De heer VAN DEN EEDEN geeft toe dat het woord retraite min der juist gekozen is. Het gaat er om dat de jongens, die meer technisch onderwijs hebben genoten, alvorens de maatschappij in te gaan, nog eens scherp voor ogen krijgen gesteld, welke deug den zij in die maatschappij voornamelijk nodig zullen hebben. De heer VAN EGERAAT is van mening, dat wanneer men deze retraite beschouwt als een repetitie van een bepaald vak, het on der de gewone kosten gerekend kan worden, welke bovendien zouden kunnen worden verlaagd, door de retraite in het schoolge bouw te geven. De heer VAN DER MEULEN zegt volkomen te kunnen onder schrijven wat de heren van Kampen en Laurey hebben opgemerkt. Wethouder ROMSOM begrijpt niet dat de heer Brinkerhof durft te betogen in de geest, waarin hij het heeft gedaan. Het is toch zo, dat datgene waarom het gaat, een integrerend deel vormt van het godsdienstonderwijs en dat de groep jongens waarom het gaat voor 96% Katholiek is. Het godsdienstonderwijs is een verplicht vak. Op het einde van de schooltijd gaat men dat nog eens accen tueren, om daardoor de jongens klaar te maken voor de maat schappij. Het bevat een concretisering van het onderwijs wat op godsdienstig terrein is gegeven. Het woord retraite is inderdaad minder goed gekozen. Spreker heeft niet geweten dat dit zoveel moeilijkheden zou opleveren. Het gaat erom, die ouders te helpen, die de kosten niet zelf kunnen betalen. De VOORZITTER zegt, dat thans voldoende over deze kwestie is gezegd en tot stemming zal worden overgegaan. Het voorstel wordt met 21 stemmen voor en 11 stemmen tegen aangenomen. Voor stemmen de heren: van Egeraat, van Houten, Kramers, Roovers, Jonker, van Gooi, Sprangers, van Arendonk, Beekers, Meijers, Verschuren, Meijs, Cosijn, van de Noort, van Gils, Struy- cken, Romsorn, van den Eeden ,van Haperen, van Swol, Verhaak. Tegen stemmen de heren: Brinkerhof, Laban, van den Berg, van der Meulen, Brekelmans, van Oyen, de Ruiter, Laurey, Ten Holder, Jongbloed en van Kampen. 7. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het bestuur van het Instituut voor meisjes te Ouden- bosch om een gemeentelijke bijdrage in de kosten voor de bouw van een bewaarschool aan het Westeinde (bijlagen 1948, no. 175). De heer JONGBLOED zegt ook over dit punt een en ander te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 184