14 JULI 1948 185 willen opmerken. Dit punt en de beide vorige vertonen een merk waardige overeenkomst en de discussies zullen dienovereenkomstig zijn. Dit voorstel wijkt af van de gebruikelijke gang van zaken. Het is toch zo, dat tot nu toe voor dit soort onderwijs, slechts een bij drage per leerling werd gegeven van f 7.50. Wethouder Struyeken heeft straks iets gezegd over dit soort onderwijs. Spreker vindt het zeer juist, dat deze aangelegenheid eens nader wordt bekeken, maar hij vindt het niet juist reeds in dit geval reeds een bijdrage te verlenen, tenzij alsnog wordt aangetoond, dat het hier een zeer bijzonder geval is en dan is het nog de vraag of 3% van de stich- tingskosten mogelijk niet beter zou zijn. De heer BRINKERHOF zegt, afgescheiden van principiële be zwaren, zeer veel bezwaar te hebben tegen het bouwplan. Het is spreker bekend, dat de voorzitter een sterk voorstander is van s tadsverfraaiïng, maar spreker noemt dit geval een modern kip penhok. Daarbij komt nog, dat hot minst lelijke gedeelte niet aan de straatzijde komt. Het Westeinde is toch al grotendeels ver knoeid door lelijke bouw, men moet het nu niet erger maken. De heer BP.EKELMANS zegt er van overtuigd te zijn dat er een kleuterschool nodig is, maar spreker zou het jammer vinden als op deze school een stempel van sociaal achterlijk werd gedrukt. Eedoelde wijk draagt toch al die naam. Men zou de school in een andere wijk moeten zetten. Wethouder STRUYCKEN herinnert er aan hoe enige tijd ge leden de kleuterschool in het Westeindé, welke gehuisvest is in een huisje, ook in de raad ter sprake is geweest. Een van de spre kers van thans heeft toen opgemerkt, dat de toestand in het schooltje onhoudbaar was. Spreker heeft dat toen beaamd en dat is de aanleiding geworden tot dit voorstel. Men behoeft niet bang te zijn voor financiële consequenties, het betreft hier inderdaad een zeer bijzonder geval. Op de eerste plaats zijn er geen eigen middelen en op de tweede plaats zijn de bouwkosten momenteel abnormaal hoog, terwijl niet langer gewacht kan worden. Het vergoeden van 3°/o van de stichtingskosten zou wel een precedent zijn; een bijdrage ineens lijkt gewenst. De school op een andere plaats zetten zou onjuist zijn, het is thans al moeilijk om de kin deren uit die omgeving op de school te plaatsen; de school is overbezet. Dat daardoor een stempel A-sociaal" op de school ge drukt zou worden moet juist worden voorkomen door de bouw van een behoorlijke school. Deze school zal met de gewone school worden verbonden. Dat het gebouw niet fraai is, is een opmerking, waaraan wel tegemoet gekomen kan worden door nog eens te pra ten met de architect; overigens wordt het een semi-permanent ge bouw. De VOORZITTER zegt, dat het zuiniger is ineens een bedrag te geven dan een bepaald percentage, clan zijn we er ineens van af. Over de bouw valt overigens nog wel te praten. De betrokken pastoor is zeer welwillend. Do heer .JONGBLOED vraagt of het bestaande schooltje in ieder geval gaat verdwijnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 185