14 JULI 1948 189 dende wijziging van de politieverordening te hebben aangetroffen. Deze politieverordening heeft hij nog niet toegezonden gekregen. De VOORZITTER zegt toe dat hij er voor zorgen zal, hoewel hij betwijfelt of dergelijke literatuur wordt gelezen. Wethouder STRUYCKEN zegt inmiddels de procedure van de leerplichtwet er op te hebben nageslagen; het blijkt wel, dat deze niet veel meer zal kunnen worden verkort. De heer LAEAN zegt dat ook wel eens gelet mag worden, op welke wijze deze kinderen door de politie zullen worden vervoerd. Het is hem meermalen opgevallen, dat de politie daar bij weinig paedagogisch inzicht toont, de politie moet geen boeman zijn voor de kinderen. De VOORZITTER zegt, dat er tegenwoordig anders weinig ge vaar voor is, wij waren vroeger veel banger voor de politie dan thans. De heer VERHAAK merkt op dat in de wijziging ondermeer 15 Augustus met de Zondag wordt gelijkgesteld; hij vraagt of dit ook geldt voor de Openbare scholen. De VOORZITTER zegt, dat dat artikel gaat over het sluitings uur van de café's en niet over de leerplichtwet. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 19. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van enkele bewoners van de Balfortstraat tot naamsveran dering van een gedeelte dier straat (bijlagen 1948, no. 181). De heer DE RUITER vindt het prettig dat voorgesteld wordt geen gevolg aan het verzoek te geven. Naamsveranderingen van straten is om administratieve redenen niet gewenst. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders er ook zo over hebben gedacht. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het in erf pacht geven van een perceel grond langs de Mark, aan de N.V. Bredase Asphaltfabriek „Haagh". Dit voorstel wordt zonder bespreking aangenomen. De VOORZITTER zegt nog enkele mededelingen te willen doen. Bij gelegenheid van het aanstaande Regeringsjubileum van H.M. de Koningin en de Kroonfeesten zou spreker het op prijs stellen dat de Raad bij elkaar kwam om met een eenvoudige maaltijd zonder kosten der gemeentekas deze heugelijke feiten te herden ken. Hij zou hiervoor een commissie in willen stellen, waarvan ook de gemeentesecretaris deel uit zal maken. Aangewezen worden de heren Kramers en van Arendonk,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 189