20 AUGUSTUS 1948
197
dit in andere gemeenten eveneens is geschied, om drankmisbruik
zoveel mogelijk te voorkomen.
Graag had hij gezien, dat het verzoek van het Comité gevolgd
was, vooral daar het een landelijk Comité is. Spreker zegt, dat er
slechts dan waarachtige feestvreugde heerst, indien er geen alco
hol aanwezig is.
De VOORZITTER kan de mening van de heer Laban respecte
ren, doch merkt op, dat goede zeden meer waard zijn dan goede
wetten. Spreker houdt er niet van om verbodsbepalingen op te leg
gen; met verbodsbepalingen halen we het zeker niet. In Breda kan
toch feest gevierd worden, zonder dat het opleggen van verbods
bepalingen nodig zou zijn.
De heer VAN DEN EEDEN vraagt of het niet mogelijk is om
b.v. na 10 uur een tapverbod in te voeren of om b.v. een oproep
in de plaatselijke dagbladen te doen verschijnen, waarin verzocht
wordt om gedurende de a.s. feestdagen de matigheid te betrach
ten.
De heer DE RUITER zegt het met de heer Laban eens te zijn
en vindt het alleszins gewenst enige beperking op te leggen.
De heer KRAMERS zegt, dat indien een verbod uitgevaardigd
wordt, het publiek zeker flessen met sterke drank mede zal nemen,
zodat dan de onmatigheid eerder zal toenemen dan verminderen.
Men zal trachten op allerlei manieren het verbod te ontduiken,
al of niet na tien uur.
De heer MEYERS zegt, dat de situatie op kermissen, waar een
tapverbod is, veel slechter was dan op kermissen waar geen ver
bod is.
De heer LABAN is van oordeel, dat dit heen en weer gepraat
nog wel enkele uren kan duren, daar dit onderwerp van verschil
lende kanten benaderd kan worden. Volgens hem is vooral onder
de jeugd, vrouwen en meisjes het drankmisbruik schrikbarend.
Het is niet de bedoeling zich te bedrinken, maar het komt door de
gelegenheid die gegeven wordt. Spreker is van mening, dat na
10 uur een tapverbod uitgevaardigd dient te worden. De overheid
heeft hier een taak te vervullen. Ook Minister Drees heeft dat ge
zien en is overgegaan tot de instelling van een adviescommissie.
Spreker is van mening dat de Overheid een vingerwijzing moet
geven. Een tapverbod na tien uur, zal inderdaad een vingerwij
zing zijn.
De heer JONGBLOED kan zich met het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders verenigen, daar het leggen van een verbod in
de gegeven omstandigheden niet wenselijk wordt geacht. Hij is
van mening, dat dergelijke regelingen niet plaatselijk dienen te
zijn, doch hier behoren algemene regelen door de Overheid gesteld
te worden.
Spreker zegt, dat een verbod om na 10 uur sterke drank te
tappen, weinig effect zal sorteren, daar de drank dan voor die
tijd wel opgedronken zal worden. Hij zou gaarne zien, dat hiervan
geen voorstel gemaakt wordt. Wel stelt hij voor de bevolking aan
te sporen een gepast gebruik van alcoholhoudende dranken te ma
ken.