214
6 SEPTEMBER 1948
De heer MEYS zegt, dat als de raadsleden een uitnodiging ge
kregen zouden hebben om bij de inhuldiging van H.M. Koningin
Juliana tegenwoordig te zijn, zij zeker geen bericht van verhin
dering gezonden zouden hebben. Hij begrijpt echter dat het niet
mogelijk was alle raadsleden een uitnodiging te zenden en ver
heugt zich erover, dat de Burgemeester als Eerste Burger daar
wel aanwezig mocht zijn. Spreker dankt de Voorzitter voor zijn
voortreffelijke rede, en zegt daaraan door verdere uitwijding
slechts afbreuk te kunnen doen. Hij wil zich er dan ook toe be
perken namens de Raad blijk te geven van instemming met het
gesprokene.
Het komt hem juist voor een telegram van hulde te zenden aan
H.M. Koningin Juliana en een dankschrijven aan H.K.H. Prinses
Wilhelmina, om zodoende uiting te geven aan het gevoelen van de
Raad, die tevens volledig kan instemmen met het voornemen om
kransen te gaan leggen op de graven van de Nassaus in de Grote
Kerk. Spreker eindigt met de wens, dat Koningin Juliana met Gods
hulp een zegenrijk bestuur moge voeren en dat Nederland onder
haar leiding een goed omst tegemoet zal mogen gaan.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De Voorzitter,