14 JANUARI 1948
21
toch meen ik dat het voornaamste hieruit de Raad niet mag wor
den onthouden hiervan kennis te nemen.
Op 29 Augustus 1946 schrijven Burgemeester en Wethouders
aan de eigenaar; o.a. dat er geen bezwaar tegen de door hem uit te
voeren werkzaamheden zou bestaan, indien hij zich beperkt tot
HERSTEL en verder, dat Burgemeester en Wethouders NIET be
willigen in een UITBREIDING van een bedrijfsruimte die NIET
DRINGEND noodzakelijk voor het voortbestaan der zaak is te
oordelen.
Op 4 October een advies van de Dir. van Openbare Werken op
eerste aanvrage van de heer F. Mol namens de heer Henning;
De voorgenomen verbouwing is n.l. geen direct gevolg van oor
logsschade, daar herstel als bezettingsschade (behang, plafond,
betimmering enz.) weer als winkel en atelier bruikbaar was te
maken. Eigenaar blijft bij een onderhandeling voorkeur' geven aan
algehele modernisering, welke inhoudt een vergroting van zijn
winkel en atelier en een wijziging in het pand Ginnekenstraat 132,
waarvoor een afzonderlijke bouwvergunning is aangevraagd. Kos
ten f 2000,thans geraamd op f 10000.-»- De Dir. laat het ver
lenen van deze vergunning aan het beleid van Burgemeester en
Wethouders over.
Op 16 October schrijft de eigenaar:
le. herstel oude toestand, door materiaalgebrek absoluut on
mogelijk;
2e. advies Brandweer; gestukadoord plafond en brandvrije
muren.
3e. hij, de eigenaar, de heren Stol en Brugman, architect en
de heer Wel, bouwkundige, waren de stellige mening toegedaan
dat officieuse toestemming was gegeven en de officiële zou volgen.
4e. een afwijzen van het plan, hetwelk tot minimale eisen is
teruggebracht, heeft tengevolge dat ik mijn bedrijf slechts gedeel
telijk zou kunnen uitoefenen.
5e. zoals U bekend, is de materiaaltoewijzing REEDS MAAN
DEN geleden door de Weder Opbouw verstrekt.
Op 28 October, schrijven Burgemeester en Wethouders aan de
Dir. van Openb. Werken, dat hij de bezettingsschade kan herstel
len, en tevens zijn bedrijfsruimte met 1% m mag uitbreiden.
Op 15 November schrijft de Dir. van Openbare Werken aan Bur
gemeester en Wethouders;
dat hij, de Dir., de aanwijzingen van 28 October ENIGSZINS
ruim heeft geïnterpreteerd en de verbouwing van het atelier VOL
LEDIG meent toe te kunnen laten, overigens is het beperkt tot
herstelling
De verbouwing wordt als zeer urgent beschouwd.
Door het maken van een aantal behoorlijke donkere kamers,
kan tevens de ongelukkige toestand op de bovenverdieping ver
dwijnen.
De ontwerp-bouwvergunning wordt daarom ongewijzigd op
nieuw voorgelegd.
Op 24 December 1946 geven Burgemester en Wethouders hun
sanctie aan deze zaak.
Op 20 Juni 1947 verzoek van de heer A. Henning, verbouwen
pand van Coothplein no. 12. Bouwkosten f 563.
Advies van de Dir. Openbare Werken;
Benodigde materialen aanwezig en verder: aanvankelijk is voor
de verbouwing van de winkel geen medewerking verleend. Tijdens