224 14 September 1948 dewerking ex artikel 72 van de Lager Onderwijswet 1920 (bijla gen 1948, no. 201). 17. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het Opvoedingsgesticht ,,'t Withof" te Etten om mede werking ex artikel 72 van de Lager Onderwijswet 192'0 (bijlagen 1948, no. 203). 18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het bestuur van de R.K. Lagere Jongensschool aan de Overakkerstraat 40i om medewerking ex artikel 72 der Lager On derwijswet 1920 (bijlagen 1948, no. 205). Deze voorstellen worden zonder bespreking aangenomen. 19. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het bestuur van de stichting „Avond Lyceum" te Breda om toekenning van een subsidie voor het cursusjaar 1947-1948 (bijlagen 1948, no. 206). De heer KRAMERS zegt het te kunnen toejuichen dat aan de stichting „Avond Lyceum" een subsidie wordt verleend. Spreker is het echter met de voorwaarden waaronder de subsidie verleend v/ordt, niet geheel eens. Ten eerste heeft hij bezwaar tegen het verlagen van het honorarium tot f 5.- per lesuur en ten tweede tegen het stellen van een maximumsubsidie van f 2000.- Volgens spreker ligt het toch niet op de weg van het gemeentebestuur om het bedrag per lesuur van de leraren van de stichting „Avond Lyceum" vast te stellen. De VOORZITTER zegt, dat het de bedoeling is geen hoger sub sidie te geven dan voor een bedrag van f 5.- per lesuur. Wat de stichting evenwel aan haar leraren wenst uit te beta len, is een aangelegenheid, die door de Stichting zelve dient ge regeld te worden. Het tekort wordt echter berekend alsof een bedrag van f 5.- per lesuur uitbetaald is. Spreker zegt vervolgens dat, wat het maximum betreft, als limiet een bedrag van f 2000.- voldoende wordt geacht. De heer VAN SWOL vraagt hoe groot het bedrag per lesuur in de lande is en zegt, dat een salaris dient uitbetaald te worden wat deze leraren toekomt. Volgens spreker heeft de raad niet het recht hierop te beknibbelen. De heer VAN EGERAAT vraagt de norm te verhogen, daar volgens hem, soortgelijke inrichtingen tussen de f 8.- en f 15.- per lesuur betalen. Spreker zegt, dat het te verrichten werk „avondwerk" is en verricht wordt na een reeds volbrachte dagtaak. Momenteel wor den deze werkzaamheden nog verricht uit idealisme, doch op de duur zal dit idealisme verdwijnen. Dezelfde docenten, die aan het „Avond Lyceum" lesgeven, hebben overdag een groter honorarium dan een bedrag van f 5.- per lesuur. Volgens spreker is voor avondwerk een honorarium van f 5.- per lesuur te weinig en hij stelt voor om öf over de norm van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 224