14 September 1948
225
f 5.- niet te spreken of indien er wel over gesproken wordt, deze
norm hoger te stellen dan f 5.- per lesuur.
De heer VAN GILS zegt dat deze leraren, doordat ze bereid
gevonden zijn 's-avonds les te geven, he.t offer brengen, hun avond
uren niet in het gezin te kunnen doorbrengen. Volgens spreker
is de stichting „Avond Lyceum" nog in opkomst en daarom stelt
hij voor een subsidie te verlenen naar behoefte.
De heer DE RUITER zegt, dat het voor de Raad hetzelfde blijft
of de stichting „Avond Lyceum" f 5.- of 6.50 per lesuur aan haar
leraren betaalt. Spreker is van oordeel dat het maximum ad.
f 2000.- te laag gesteld is en stelt voor dit bedrag te verhogen.
De heer SCHIJEN zegt, dat Burgemeester en Wethouders niet
meer wensen te geven dan het gestelde maximum van f 2000.-.
Spreker meent, dat Burgemeester en Wethouders niet de bedoe
ling hebben gehad een salarisnorm te stellen, doch in het voorstel
komt dit niet geheel duidelijk uit.
Wethouder STRUYCKEN zegt, dat het de bedoeling van Bur
gemeester en Wethouders is, om aan de stichting „Avond-Lyceum"
een subsidie te verlenen tot een maximum van f 2000.-, doch deze
stichting verder geheel vrij te laten.
De heer JONGBLOED zegt, zich met het voorstel van Burge
meester en Wethouders te kunnen verenigen, indien 75% van het
tekort aan subsidie wordt verstrekt, onder beding, dat voor het
leraren-honorarium niet meer zal worden vergoed dan maximaal
f 5.- per lesuur. Komt evenwel ook deze beperkende bepaling te
vervallen, dan stelt spreker voor het prae-advies aan te houden
om bedenktijd te hebben.
De VOORZITTER zegt, dat door Burgemeester en Wethouders
niet verder gegaan kan worden, dan door de stichting „Avond-Ly
ceum" gevraagd wordt.
Wethouder STRUYCKEN zegt vervolgens, dat het hier gaat om
een subsidie over 1947- 1948, dus over een reeds verstreken tijd
vak. Het maximum van het subsidiebedrag is door Burgemeester
en Wethouders gesteld op f 2000.- daar dit bedrag redelijk ge
noemd kan worden en de stichting er met dit bedrag kan komen.
Spreker heeft er geen bezwaar tegen als de limiet van f 5.-, zo
als deze in het prae-advies als voorwaarde is gesteld, niet gehand
haafd blijft.
De heer JONGBLOED vraagt wat het bedrag is dat de leraren
per lesuur ontvangen hebben.
Wethouder STRUYCKEN zegt, dat dit niet bekend is. Misschien
is dit bedrag wel f 5.- per lesuur. Spreker zegt vervolgens dat aan
vankelijk de avondcursus door de leraren onderling gegeven werd,
zonder dat er een stichting in het leven was geroepen. Deze le
raren zaten met tekorten, die grote financiële offers vroegen. Op
deze grondslag kon door het Gemeentebestuur geen verantwoorde
subsidie verstrekt worden. Bij het oprichten van deze stichting,
is het honorarium vastgesteld op f 6.50 per uur.
De heer SCHIJEN vraagt vervolgens of de subsidie slechts ver-