22 14 JANUARI 1948 het werk zijn echter in de balkconstructie, boven de winkel, dus-- danige fouten ontdekt dat zulks vernieuwing eiste, waarna ook tegen het verwijderen van een binnen-muur geen bezwaar moest worden gemaakt. Op 24 Juni, Burgemeester en Wethouders geven Henning vergun ning tot het verbouwen van het winkelhuis, en verder; dat namens het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw bij schrijven van 13 Maart 1947, de delegatie van goedkeuring van werken, van een bouwsom t.m. f 3000 is verleend. Dat bovengenoemd werk f 563 bedraagt. Mijnheer de Voorzitter, resumerende het verloop van deze ingewikkelde geschiedenis, kom ik tot het volgende; 29 Aug. schrijven Burgemeester en Wethouders dat alleen her stellingen mogen plaats vinden. 4 Oct. is er sprake van een verbouwing, doch de eigenaar wil al gehele modernisering. 16 Oct. herstel in de oude toestand onmogelijk door materiaal gebrek; in de zelfde brief van de eigenaar: materiaal toewijzing reeds maanden geleden verstrekt; en verder is er officieus toestemming gegeven, welk officieel zal worden bevestigd. 28 Oct. geven Burgemeester en Wethouders toestemming voor herstelling bezettingsschade, plus 1V2 m uitbreiding. 15 Nov. heeft de Dir. deze uitbreiding ruim geïnterpreteerd en worden donkere kamers gebouwd. 20 Juni '47 verzoek van de heer Henning voor verbouwen van het pand van Coothplein 12, bouwkosten f 563, materiaal aanwezig. 24 Juni geven Burgemeester en Wethouders vergunning tot het verbouwen, waarin tevens de goedkeuring van het Coll. van Alg. Comm. voor de Weder Opbouw. Mijnheer de Voorzitter en nu laat ik hiermede het oordeel aan de Raad over, vast staat het evenwel voor mij dat in deze de heer Henning geen schuld treft. Dank U. De heer SPRANGERS zegt het volgende: 1. Enkele maanden geleden is door de bewoners van de door de Gemeente geplaatste woningen in de Heuvelstraat een adres gericht aan Burgemeester en Wethouders om bergplaatsjes te ver krijgen. Die mensen hebben totaal geen ruimte voor berging van brandstoffen, aardappelen, enz. Hebben Burgemeester en Wethouders hieraan al aandacht be steed. 2. In October 1946 werd door de Raad besloten tot het voeren van een rechtsgeding tegen aan aantal brandhouthandelaren, waar van er één inmiddels al is gefailleerd. Is er nu na 15 maanden nog geen beslissing in zicht? De heer VAN EGERAAT vraagt de aandacht voor de wegwijzer op het kruispunt Ginnekenweg-Baronielaan-Vijverstraat-Wilhelmi- nastraat. Vanaf de Baronielaan is de arm naar het Noorden niet zichtbaar, zodat de weggebruikers eerst tot de wegwijzer moeten rijden om daar te kijken welke richting zij moeten nemen naar Holland. Een vóórsignaal op de Baronielaan zou zeker op zijn plaats zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 22