242 13 OCTOBER 1948
Het blijkt, dat 32 stemmen zijn uitgebracht op de heer Ir. W. J.
H. Thunnissen en 1 blanco zodat de heer Ir. W. J. H. Thunnissen is
benoemd.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming
van leden en plaatsvervangende leden voor de commissies voor ge
organiseerd overleg (Bijlagen 1948, no. 229).
De VOORZITTER stelt voor tot stemming over te gaan.
Het blijkt, dat met algemene stemmen de aftredende leden te
weten de heren A. C. Dirven, J. J. M. ten Holder en N. G. E.
Meyers tot leden van de commissie voor ambtenaren-aangelegen-
heden, tevens plaatsvervangende leden van de Centrale Commissie
van Overleg voor de werklieden, en de heren C. v. d. Eeden, A. W.
v. d. Meulen en J. J. v. Oyen tot leden van de Centrale Commissie
van Overleg voor de werklieden, tevens plaatsvervangende leden
van de Commissie van Ambtenarenaangelegenheden, zijn herkozen,
behoudens een uitgebrachte stem, die in plaats van de heer N. G.
E. Meyers de heer van Oyen vermeldde.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoe
men van leden en plaatsvervangende leden van de Commissie van
Advies ex artikel 8 der Woonruimtewet 1947 (Bijlagen 1948, no.
232).
De heer JONGBLOED zegt, dat tot nu toe ieder lid van de
Commissie slechts door zijn eigen plaatsvervanger kon vervangen
worden.
Spreker zou graag zien, dat in de toekomst ieder lid van de
Commissie door een der vijf plaatsvervangende leden kan vervan
gen worden, zodat hij niet alleen steeds op zijn plaatsvervangend
lid aangewezen zal zijn.
De VOORZITTER zegt, dat zulks ook de bedoeling van Burge
meester en Wethouders is en stelt voor tot stemming over te gaan.
Het blijkt dat voor zover het betreft de „leden van de Commis
sie" 33 stemmen zijn uitgebracht op 4 aftredende leden, 30 stem
men op een aftredend lid en 3 stemmen op de heer Meys zodat
de aftredende leden te weten de heren L. M. Kramer, C. A. H. van
Swol, H. J. Rijnaarts, J. Rattink en Mevr. Wa. Ma. Aa. Esser zijn
herbenoemd.
Betreffende de „plaatsvervangende leden van de Commissie" zijn
32 stemmen uitgebracht op 4 der aftredende leden 29 stemmen
op een aftredend lid en 3 op de heer J. Rattink en 1 blanco, zo
dat de aftredende plaatsvervangende leden, te weten de heren J.
C. Braun, A. Neyens, E. Verhagen, Th. Steinmetz en Mevr. A. W.
M. Boosman-Fonkert zijn herbenoemd.
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoe
men van de Heer F. A. Grootens tot tijdelijk leraar aan de Gem.
Ambachtsschool en Avondschool voor Ambachtslieden (Bijlagen
1948, no. 228).
De heer VAN EGERAAT vraagt of de heer F. A. Grootens een
bevoegde kracht is.