13 OCTOBER 1948
245
lieden, met een kort dienstverband, bij ziekte vanaf de eerste dag
80% van het loon uit te betalen.
Burgemeester en Wethouders motiveren dit voorstel door te
zeggen, dat de werklieden, voorzover die op grond van een mach
tigingsbesluit van Burgemeester en Wethouders door de hoofden
van diensten en bedrijven in dienst kunnen worden genomen voor
een termijn van niet langer dan drie maanden, vanwege het zeer
kort dienstverband geen medische keuring vooraf ondergaan. Spre
ker is van mening, dat, indien dit motief de enige reden is, het
voorstel hem niet juist voorkomt, daar deze werklieden dan maar
een medische keuring moeten ondergaan.
Mocht dit motief derhalve de enige reden zijn, dan kan spreker
er zich niet mede verenigen.
Mochten er evenwel nog andere motieven zijn, dan vraagt hij
deze kenbaar te maken.
De heer BRINKERHOF zegt, dat bij dit voorstel zeer zeker
van een positieverslechtering sprake is, daar de losse arbeiders in
het vrije bedrijf een veel hoger loon ontvangen dan hun collega's,
die bij de gemeente werkzaam zijn.
De heer DE RUITER zegt dat in het vrije bedrijf aan de losse
werklieden bij ziekte een bepaald percentage van het loon wordt
uitbetaald. Dit is echter niet de bedoeling van de Wet. De ratio
der wet houdt in bij ziekte het volle loon uit te keren.
De heer VAN GILS merkt op dat volgens de heer Jonker de
gemeente bij kort dienstverband van de arbeider een groter risico
draagt. Verwijzende naar artikel 1638c van het Burgerlijk Wet
boek, zegt spreker, dat volgens bedoeld artikel bij ziekte of on
geval de arbeider zijn aanspraak op het vastgestelde loon behoudt.
Spreker vraagt zich af, waarom door Burgemeester en Wethou
ders van genoemd wetsartikel is afgeweken.
De heer VAN EGERAAT vraagt of het verstrekken van de
suppletie reeds meer is voorgekomen en hoe groot het bedrag is,
dat daarmede gemoeid is.
De heer JONGBLOED zegt tegen het voorstel geen bezwaar te
hebben, daar de Commissie van Overleg niet lichtvaardig tot het
geven van haar goedkeuring zal zijn overgegaan. Het is volgens
spreker niet doenlijk om iedere losse arbeider bij kort dienstver
band een medische keuring te doen ondergaan. Zijn deze losse
werklieden evenwel drie maanden bij de gemeente in dienst, dan
vindt wel een medische keuring plaats. Voor de losse arbeider,
die derhalve nog geen drie maanden bij de gemeente in dienst is,
zijn er nadelen. Daar evenwel als voornaamste motief geldt, het
risico van de gemeente te beperken, vindt spreker het voor de
hand liggend, dat de Raad zich met het voorstel accoord verklaart.
Wethouder ROMSOM zegt, dat de heer Jongbloed de vragen
reeds beantwoord heeft.
Spreker zegt, dat het vaak gebeurt, dat een los arbeider wan
neer hij een of twee dagen in dienst is, zich ziek meldt. De ge
meente is dan verplicht die arbeider 100% van zijn loon uit te be
talen. Van deze goedheid is reeds meerdere malen misbruik ge-