13 OCTOBER 1948
251
Burgemeester en Wethouders gesteld was, zoals door de heer
Struycken is uiteengezet.
De VOORZITTER antwoordt, dat de ambtenaren niet in de ver
gaderingen van Burgemeester en Wethouders tegenwoordig zijn,
zodat zij bij het ontwerpen van het voorstel, niet altijd op de hoogte
zijn van de bedoeling van Burgemeester en Wethouders, terwijl de
wethouder niet in de gelegenheid is geweest het voorstel grondig
te bestuderen, daar het met grote spoed de Raad aangeboden moest
worden.
De heer JONGBLOED zegt, zich met het voorstel van Burge
meester en Wethouders te kunnen verenigen en vraagt of de moes
tuin door de gemeente in eigendom verkregen wordt of door N.A.C.
in bruikleen afgestaan wordt.
Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat het de bedoeling is de
tuin in eigendom te verkrijgen, zodat de gemeente het vrije be
schikkingsrecht over dat terrein heeft.
De heer DE RUITER vraagt of de gemeente volledig aan haar
contractuele verplichtingen heeft voldaan, wanneer door haar de
afrastering geplaatst is.
De VOORZITTER antwoordt dat zulks het geval is.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van de voorgevelrooilijn Speelhuislaan (Bijlagen 1948, no. 230).
33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het huren
van een strook grond als toegangsweg tot de stortput Westrik
(Bijlagen 1948, no. 222).
34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van het raadsbesluit van 20 April 1948 inzake de aankoop van
een gedeelte van perceel sectie B no. 7077 van J. H. Smits (Bij
lagen 1948, no. 238).
35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop
van perceel sectie I no. 2560 van Wed. A. Boon-van Beek ten be
hoeve van het uitbreidingsplan Heuvelstraat (Ligt ter visie in de
Leeskamer).
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van
grond met F. Boon ten behoeve van het uitbreidingsplan Heuvel
straat (Ligt ter visie in de Leeskamer).
De Bouwcommissie heeft op dit voorstel geadviseerd om het aan
F. Boon af te staan perceel enige meters te verschuiven, zodat
tussen dat perceel en de achterzijde van de huizen, die gelegen