13 OCTOBER 1948 255 rijssen en van de familie de Pauw-Gerlings voor industriële doel einden gebezigd zullen worden. De heer BREKELMANS verzoekt nadrukkelijk om verbetering te brengen in de verkeerssituatie bij de gasbrug, daar de toe stand onhoudbaar geacht moet worden. De VOORZITTER antwoordt, dat B-urgemeester en Wethouders zich beijveren om de nieuwe verkeersbrug in December aan te be steden. De heer JONGBLOED vindt het uur, waarop de Raadsvergade ringen gehouden worden bezwaarlijk en vraagt het aanvangsuur te bepalen op 2 uur 's-middags of om 8 uur 's-avonds. De VOORZITTER antwoordt, dat voor deze vergadering aan vankelijk een kleine agenda opgemaakt was. Door allerlei omstan digheden echter heeft de agenda zich uitgebreid, zodat het inder daad beter genoemd kan worden om het aanvangsuur te bepalen op 2 uur 's-middags of 8 uur 's-avonds. De heer VAN SWOL vestigt nogmaals de aandacht op de ver woeste panden in de Leeuwerikstraat. Daar de buren van het vocht veel te lijden hebben, verzoekt hij met het oog op het jaargetijde met de te nemen maatregelen spoed te betrachten. Vervolgens vraagt spreker of het wel gewenst is, dat de Vee marktstraat als parkeerterrein bestendigd blijft. Tenslotte verzoekt spreker de aandacht voor een geval van wo ningvordering, dat hem zeer onaangenaam getroffen heeft. Aan de Overaseweg woonde een mijnheer, die het door hem bewoonde pand in eigendom had. Deze mijnheer verkocht het pand aan Bastiaansen, die in de nabijheid van het huis zijn bedrijf uitoefent. Bastiaansen kan deze woning niet betrekken, omdat mijnheer W. daarin ge huisvest is. Door de Kantonrechter werd evenwel een gedeelte van deze woning aan Bastiaansen toegewezen. Toen Bastiaansen van deze rechterlijke uitspraak gebruik wilde maken, bleek dat W. het gehele pand in gebruik genomen had. Mijnheer W. deelde in de vergadering van de adviescommissie mede, dat door de Directeur van het Woningnoodbureau gezegd was, dat hij maar moest blijven wonen, zoals nu het geval was. Spreker is evenwel van oordeel, dat de heer W. verplicht is zich te houden aan de hem toegewezen ruimte, hetgeen evenwel niet geschied is. Terwijl de heer W. het gehele pand blijft bewonen, begint het Woningnoodbureau elders ruimte te vorderen. Daar de heer W. probeert deze zaak op de lange baan te schuiven, kan Bastiaansen zijn eigendom nog steeds niet betrekken. Op 27 September j.l. is door Burgemeester en Wethouders aan W. een lastgeving verzonden, waaraan deze zich niet schijnt te storen. Spreker vervolgt, dat dergelijke toestanden ongehoord zijn en zou het zeer op prijs stellen, indien W. morgen teruggebracht zou worden tot de hem toegewezen woonruimte, in de hoop, dat hij spoedig zal vertrekken. Spreker noemt W. een onbetrouwbaar per soon en verzoekt het College deze zaak spoedig tot oplossing te brengen. De VOORZITTER antwoordt, dat deze zaak in het College van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 255