22 NOVEMBER 1948 269 Dongen, hebben zich aan het verzoek gehouden, wat neerkwam op f 0.01 per inwoner. Spreker vraagt, waarom dit voorstel zoveel afwijkt van het gevraagde. De heer JONGBLOED zegt de merites niet voldoende te kunnen beoordelen. Hij heeft geen bezwaar tegen het voorstel van Burge meester en Wethouders om de vereniging in het zadel te helpen. Spreker heeft gehoord, dat de vereniging bezig is een boek uit te geven, doch de gegevens hieromtrent zijn hem niet geheel duidelijk. Daarom voelt hij er niet veel voor om de mening van de heer Meys over te nemen. Spreker is van oordeel, dat afgewacht dient te worden, wat deze vereniging zal presteren. De heer SPRANGERS miste bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders een aanvrage om subsidie van ,,De Oranjeboom" en vraagt of het initiatief van Burgemeester en Wethouders is uit gegaan. De VOORZITTER antwoordt, dat „De Oranjeboom" een aan vrage heeft ingediend. In dit verzoek heeft ze inderdaad meer ge vraagd, n.l. f 0.01 per inwoner. Dit bedrag is echter niet voorge steld, omdat met het geven van subsidies de matigheid betracht dient te worden. Het College is van oordeel, dat de uitgaven be perkt moeten worden. De heer BREKELMANS zegt verheugd te zijn, dat de voorzitter het werk, dat de vereniging doet, belangrijk acht. Hij is dan ook van mening, dat Burgemeester en Wethouders overtuigd zijn van de waarde van deze vereniging. Het doel van „De Oranjeboom" is, om tegen een zeer geringe prijs een boek uit te geven, waardoor op zo breed mogelijke basis cultuur van stad en land verspreid wordt. Spreker vervolgt, dat in dit geval van verkwisting geen sprake is, doch dat aan het verzoek tegemoetgekomen dient te worden. Hij verzoekt het College deze subsidieaanvrage nog eens nader in overweging te nemen. De heer MEYS wil geen voorstel doen om het subsidie-bedrag te geven, dat gevraagd is. Spreker vraagt Burgemeester en Wethou ders „De Oranjeboom" een nieuwe aanvrage te doen indienen, waarin de waarde en de betekenis der vereniging uiteengezet wordt. Spreker stelt voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot de volgende raadsvergadering aan te houden. De heer VAN OYEN zegt, dat in het voorstel staat vermeld, dat de naam der vereniging is ontleend aan die van een rederijkers kamer, die in Breda genoemd wordt tijdens René van Chalons, de eerste Prins van Oranje uit het huis van Nassau, heer van Breda van 1639 tot 1544. In deze naam komt tot uitdrukking de histo rische verbondenheid van de Baronie van Breda met onze dynastie. Spreker is van mening, dat de gemeente Breda niet kan achter blijven, daar Oosterhout en Dongen Breda voorgaan. De VOORZITTER zegt, dat de Baronie een roemruchte geschie denis heeft, die Burgemeester en Wethouders ter harte gaat. Zonder historie is cultuur niet bestaanbaar. Spreker heeft er geen bezwaar tegen het voorstel terug te nemen om nader advies

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 269