276 2'2 NOVEMBER 1948 dat de gemeente gebonden is aan een inhoud van 500 m:'. Met deze inhoud voor ogen, valt de schoonheid der woningen niet tegen, daar volgens de tekeningen de verwachtingen veel lager gesteld waren. Daar evenwel de woningnood zeer groot is, heeft het Col lege, na lang aarzelen, toestemming gegeven deze woningen te bouwen. De heer JONGBLOED vraagt of er aan de zijde van de Baronie laan nog huizen zullen worden gebouwd. De VOORZITTER bevestigt dit. Deze huizen vormen evenwel geen afsluiting. L De heer JONGBLOED merkt op. dat de gevel van een woning geen enkel verband houdt met de inhoud. Door de gemeente wor den de beste architecten in de arm genomen om gevel en aanzien een beter uiterlijk te geven, terwijl diezelfde gemeente nu op een zo belangrijk punt een paar dode huizen laat bouwen. Spreker heeft er bezwaar tegen, dat het voorstel eerst nu de Raad bereikt, daar zodoende het recht van de Raad teloor gaat. De VOORZITTER antwoordt, dat de oorzaak van deze late in diening gezocht moet worden bij de financieringsregeling, terwijl Burgemeester en Wethouders de principaal tegemoet willen treden. Spreker beaamt, dat het uiterlijk niet aan alle schoonheidseisen voldoet. Daarom wil hij het welstandstoezicht nog eens extra onder de loupe nemen. Over dergelijke gevallen moet op een bepaald moment een be slissing genomen worden, om het bouwen doorgang te doen vinden. De heer MEYS vraagt of het niet mogelijk is, dat de Raad vooraf een principiële beslissing neemt. De VOORZITTER antwoordt, dat er gemeenten zijn, die deze bevoegdheid aan Burgemeester en Wethouders gedelegeerd hebben. De heer JONGBLOED is van mening, dat de geschetste handel wijze niet juist te noemen is. De VOORZITTER geeft dit toe. De heer JONGBLOED merkt op, dat op particulier terrein zulks niet mogelijk geweest zou zijn. De VOORZITTER zegt, dat het een en ander vooraf besproken is. De heer JONGBLOED zegt, zich in dit geval met het voorstel van Burgemeester en Wethouders te willen verenigen, doch dat het College voor de toekomst aan de Raad machtiging dient te vragen. De VOORZITTER antwoordt, dat deze delegatie verzocht zal worden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 276