22 NOVEMBER 1948 279 De heer KAMPHUYS vraagt de aandacht voor de toestand waarin de panden, gelegen Nieuwe Huizen 67 tot en met 75, ver keren. Deze toestand spot met elk woonbegrip, daar de mensen niet in woningen doch in varkenshokken huizen. Bovendien is de riolering verstopt en zijn de daken lek. De VOORZITTER zegt hem toe het een en ander te zullen doen onderzoeken. De heer VAN SWOL vraagt of het gehele gemeentepersoneel met de jubileumfeesten vrij-af heeft gehad. Spreker merkt op, dat dit met een gedeelte van het brandweerpersoneel niet het geval is geweest. De VOORZITTER zegt, dat door de verlichting gedurende de feestdagen het brandgevaar vergroot was, zodat een extra instruc tie gegeven werd om gedurende die dagen te werken. Spreker heeft evenwel geen bezwaar tegen compensatie. De heer KRAMERS vraagt de aandacht voor het verbod om de étalage-verlichting tussen 4 en 6 uur n.m. te doen branden. Spre ker merkt op, dat er een verzoek is gericht tot de bedrijven, par ticulieren en gemeente, maar dat er een verbod is uitgevaardigd aan de winkeliers. Spreker vraagt om gedurende enkele dagen vóór Sint Nicolaas en Kerstmis de straatverlichting om 6 uur te doen ontbranden, opdat dan toch de étalage-verlichting toege staan kan worden, daaranders het kopende publiek niet gelokt wordt. Spreker vraagt aan het College om in deze richting pogingen in het werk te willen stellen. De Voorzitter antwoordt dat de Industrie alle lof toekomt, daar ze op het verzoek zeer gun stig gereageerd heeft. Het verbod is slechts ongaarne uitgevaar digd, terwijl bovendien het tijdstip van 6 uur nog als zeer critiek beschouwd moet worden. Weth. v. Houten deelt mede dat inzake deze materie een Kon. Besluit is verschenen waarin het verboden is de étalages van 7 tot 9 uur 's morgens en van 4 tot 6 uur 's mid dags te verlichten. De heer KRAMERS vindt het erg, dat gedurende enkele dagen vóór Sint Nicolaas en Kerstmis de étalage-verlichting tussen 4 en 6 uur niet mag branden. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat het publiek van deze maat regel weinig hinder ondervindt, daar het gewend is overdag te kopen. Bovendien is door een Koninklijk Besluit het verbod op gelegd. De heer VAN EEDEN vraagt of het niet mogelijk is, dat met behulp van rijkssteun verschillende percelen in een bewoonbare toestand gebracht kunnen worden, daar het beter is minder fraai dan niet te wonen. De heer VERSCHUREN vraagt de aandacht voor één-richting- verkeer aan de Doelen. De VOORZITTER antwoordt, dat over het een en ander a.s. Dinsdag beslist wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 279