1 DECEMBER 1948
285
ik hierbij de hoop uit, dat U nog vele jaren Burgemeester onzer
Gemeente zult mogen zijn.
Op 20 Augustus werd mededeling gedaan van de ontslagname
als raadslid van de heer C. J. Laurey.
Het kost geen moeite in onze herinnering terug te roepen de
feestelijkheden van begin September j.l. in verband met de viering
Van het gouden regeringsjubileum van H. M. Koningin Wilhelmina
en de daarop gevolgde inhuldiging op 6 September van H. M. Ko
ningin Juliana.
Breda heeft op voorbeeldige wijze deze feestelijkheden gevierd
en daarbij hulde betoond aan ons Vorstenhuis.
Met de aanvaarding van het raadslidmaatschap door Mevr.
E. Slot-Plattel op 14 September is het eerste vrouwelijke lid onze
gelederen komen versterken.
Van de in het begin genoemde activiteiten verdient de woning
bouw nog steeds onze bijzondere aandacht en wel om meerdere
redenen.
Als eerste reden moet genoemd worden het ontstellende woning
tekort alhier. Vele jaren zal het duren alvorens het tekort aan
woningen is ingehaald, wanneer de bouw zo traag verloopt als
thans.
Het valt mij op, dat in de dorpen, waar men zeer sporadisch
hoort van inwoning de nieuwbouw in verhouding veel grotere vor
deringen maakt.
Het komt mij niet ondienstig voor, dat de betreffende instanties
op de betere behandeling der kleinere plaatsen worden gewezen.
Een tweede reden, waarom de woningbouw onze aandacht
vraagt, is de zorg of wel voldoende rekening wordt gehouden met
de wijkgedachte.
Door meerdere raadsleden is reeds bij herhaling gevraagd om
spoed te betrachten met het indienen van een volledig uitbreidings
plan.
Het bouwen zonder uitbreidingsplan houdt het gevaar in dat be
paalde stadsgedeelten voor de toekomst worden verknoeid.
Hierover las ik dezer dagen in een boek getiteld: „De Stad der
toekomst, de toekomst der stad" van Ir. A. Bos, o.a. staat daarin:
„Men heeft in steden als Rotterdam er op los gebouwd zonder zin
„voor doelmatigheid en schoonheid, zonder zin ook voor de eisen
„van het stadsgeheel. De overheid greep nauwelijks in, regelde
„alleen het meest noodzakelijke, had zelden een behoorlijk plan
„vcor stadsuitbreiding. Toen zij tot andere inzichten kwam, was
„het veelal te laat. Zo werd Rotterdam opgescheept met goedkope
„lelijke huizen, in eindeloze reeksen aaneenerer^d, en met be
krompen étagewoningen". Verder „Als voor de gemiddelde mens
„de woning niets eigens te bieden heeft, als de ene stadswijk zich
„van de andere nauwelijks onderscheidt, hoe kan de mens zich
„dan in de stad thuis voelen?"
Zo zien wij dan ook, dat de individuen als verv/eer tegen de te
grote spanning tussen enkeling en stadsgeheel steeds bezig zijn
zich aaneen te sluiten tot kringen, milieu's en sferen van verschil
lende aard en doelstellingen, binnen we'ke li in gen op verschillend
gebied de wenselijke schaal, de overzichtelijkheid en de begrijpelijk
heid, nodig voor alle leven in gemeenschap, wordt hervonden.
Wij ontdekken daar in de eerste plaats een reeks concentrische
cirkels om het individu binnen het stadsgeheel, de woning, de
buurt, de wijk en het stadsdeel.