286
1 DECEMBER 1948
De plaats van het wonen in het stadsleven wordt pas duidelijk
in de samenhang van buurt en wijk. De buurt is dat milieu, die
sfeer, die kring van het stadsleven, die nog geheel als persoonlijk
en eigen kan worden gevoeld. Zij is de sfeer van de eigen straat
en winkel, van het eigen bouwblok van eigen plantsoen of singel.
De stadsindeling dient derhalve zo gemaakt te worden, dat ieder
zich in z'n stadsdeel thuis voelt. Het bouwen van huizenrijen
werkt hierbij niet bemoedigend. Zou dit onverhoopt toch het ge
val zijn, dan zal het individu geen liefde voor zijn wijk kunnen ge
voelen. Het is derhalve van belang, dat aan de Raad een volledig
uitbreidingsplan ter inzage wordt verstrekt met de wijze, waarop
de verschillende architecten gedacht hebben te bouwen.
Ofschoon het meeste aan de deskundigen overgelaten zal moeten
worden, is het toch aan te raden, dat wij in deze waakzaam zijn.
Betreffende de wenselijkheid tot verplaatsing van het woonwa
genkamp, heeft het College mogelijk reeds plannen, waarheen het
kamp verplaatst wordt. Het gaat hier zowel over de noodzakelijk
heid van verplaatsing als over de plaats waar het woonwagen
kamp komt. Ik stel er prijs op, dat het kamp niet onder de rook
van Breda geplaatst wordt. Ook de omwonenden stellen geen prijs
op de woonwagenbewoners als buren. Het terrein dient derhalve
niet bij een bewoonde wijk te liggen, maar zoveel mogelijk aan
de grens van Breda.
Wat het dempen van de Haven betreft, heeft het antwoord van
het College mij bevreemd, daar de Haven, haven zou moeten blij
ven. Dit zou dus een plas, een modderpoel moeten blijven. Mijn
geheugen zegt mij evenwel, dat er door de Raad een besluit ge
nomen is om de Haven te dempen. Indien dit zo is, dan zal dit
besluit toch ingetrokken moeten worden. Derhalve verwachten wij
dienaangaande nog een voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Ik kan U wel mededelen, dat ik op het behoud van de Haven
geen prijs stel, omdat ze geen historische betekenis meer heeft.
Door haar afsnijding is ze een modderpoel geworden. Een belang
rijke reden om de Haven te dempen is de noodzakelijkheid, dat
van de Haven een weg, een verkeersader gemaakt wordt.
Deze weg kunnen we hier krijgen zonder belangrijke kosten
te maken, daar geen huizen weggebroken behoeven te worden.
Hierbij denk ik aan de wenselijkheid om, indien de weg achter de
Lange Stallen klaar is, een wijziging te brengen in het stadsver
keer. Het verkeer kan dan geleid worden van het station, door de
Boschstraat, Catharinastraat, Reigerstraat, Vismarkt, Haven en
het teruggaande verkeer over het van Coothplein, Achter de
Lange Stallen, Kloosterlaan naar het Station. Hier behoort aan
het verkeer en publiek een kans gegeven te worden, daar de stra
ten van de binnenstad niet geschikt zijn voor het snelverkeer. Der
halve acht ik de demping der Haven noodzakelijk.
Er is evenwel nog een derde punt, dat ook niet onbetekenend ge
noemd kan worden, en wel de modderpoel in de Haven. Misschien
is er wel een mogelijkheid dit op te heffen door een doortrekking
van het riool, doch dan zal dit nog maar een gedeeltelijke ophef
fing zijn, daar een doodlopend water vaak een onaangename lucht
verspreidt.
De toestand voor de omwonenden moet dan ook ondraaglijk ge
noemd worden. Door deze omwonenden is gevraagd hierin veran
dering te brengen. Een der bewoners vroeg eens of de ambtswo
ning van de burgemeester niet bij de Haven gebouwd kan worden.