1 DECEMBER 1948
297
De plannen voor de sportterreinen bij de Liniestraat waren ook
toen gereed en de rest begon in een verder stadium te komen.
Aan de Liniestraat zal nu misschien binnenkort begonnen kunnen
worden, wanneer er tenminste aan enige voorwaarden wordt vol
daan. Zal dit mogelijk zijn?
Ten aanzien van het Brabantpark zijn wij blijkbaar achteruit
geboerd door de onzekerheid, welke nu weer bestaat met betrek
king tot de militaire plannen.
Uit de mededelingen omtrent de Haven maak ik op, dat aan de
doorbraak Noord-Zuid ook weer gedokterd wordt. Dit lijkt mij op
zichzelf geen bezwaar, doch dan zal toch op korte termijn een op
lossing moeten worden gevonden voor het vraagstuk, op welke
wijze de stank, welke de Haven thans het grootste gedeelte van
het jaar verspreidt, kan korden verdreven.
Dit is voor de omwonenden werkelijk niet om uit te houden.
Wanneer dit zou moeten wachten op het gereedkomen van de
rioolwaterzuiveringsinstallatie, dan zou ik zeggen: dempen, liever
vandaag dan morgen!
In verband met de aantrekking van kleine industrie is door mij
wel eens gesproken over industrieflats. Dit werd toen een goed
idee geacht, maar sindsdien hoorde ik er niets meer over.
Ten aanzien van veel van het voorgaande zult U zich wel weer
op de tijdsomstandigheden beroepen en op maatregelen van de
centrale overheid. Deze verontschuldigingen wil ik in daarvoor in
aanmerking komende gevallen gaarne in aanmerking nemen. Met
dien verstande, dat het mij wil voorkomen, dat een versoberings-
politiek, zoals blijkbaar door deze regering wordt voorgestaan, al
leen maar kan leiden tot nog beroerder toestanden op velerlei ge
bied. Ik moge hier verwijzen naar het precedent in dit opzicht vóór
de oorlog geschapen door de toenmalige ministeries. De regering
is echter de weerspiegeling van de voornaamste partijen en deze
partijen hebben ook in deze Raad de meerderheid. De vanwege
deze partijen ook in deze Raad nog wel eens geleverde critiek zal
dus op haar juiste waarde geschat moeten worden. Dat wil zeg
gen als afleidingsmanoeuvre, want deze critiek is in feite gericht
tegen zichzelf. Meende men deze serieus, dan zou men zich van de
regering, dus van de eigen partij, moeten distanciëren. Nu houdt
men met het zo nu en dan leveren van wat ongevaarlijke critiek
de kiezers zo'n beetje aan het lijntje, waarmede het volk echter
niet gediend is.
De heer VAN GILS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Toen krachtens de Wet van 21 April 192'7, Stbl. 87, met ingang
van 1 Mei 1927 een uitbreiding van de Gemeente Breda tot stand
kwam, waren de bezwaren, welke door de Gemeente Breda waren
aangevoerd, voor deze slechts gedeeltelijk opgelost.
Als oorzakelijk gevolg hiervan, kwam de 2de grenswijziging tot
stand bij Besluit van de Secretaris-Generaal van Binnenlandse Za
ken Stbl. no. 250, ingaande 1 Januari 1942. Aangezien een en an
der thans een voldongen feit is, kan het voor en tegen gevoege
lijk buiten bespreking worden gelaten. Zulks doet ook niet ter
zake, al is men over het algemeen zeer voldaan.
Tengevolge van de laatste grenswijziging is o.m. ontstaan de
Gemeente Nieuw-Ginneken, omvattende de tot de voormalige ge
meente Ginneken en Bavel behorende kerkdorpen, Ulvenhout, Ba-