1 DECEMBER 1948
299
vraagstuk is voor alle gemeenten en niet het minst voor Breda.
Over het algemeen zegt men dat het bouwen te langzaam gaat.
Overzien we evenwel de resultaten van het gehele land, dan is het
in Breda met bouwen nog niet zo slecht gesteld. Breda spant zelfs
de kroon. De maatregelen tot wederopbouw, die de regering na
de bevrijding nam, hebben jammer genoeg niet voldaan, daar de
in grote massa's aan te besteden woningcomplexen een chaos
brachten op de arbeidsmarkt. Ook de bouwmaterialenindustrie zag
zich geplaatst voor een niet uit te voeren opdracht.
Derhalve werd dan ook in deze maatregelen wijziging gebracht,
doordat de particuliere woningbouw moest worden ingeschakeld,
omdat het Rijk de financiële verantwoordelijkheid niet langer al
leen kon dragen. Door overvoering van de markt gingen de prijzen
der materialen en de arbeidslonen met sprongen omhoog. En thans,
na drie jaren van wederopbouw, leven in ons land 760.000.ge
zinnen in de ellende van samenwoning. Dit wil zeggen, dat
3.000.000 mensen of een derde deel van het Nederlandse volk ge
bukt gaat onder het leed, dat voortvloeit uit het woningtekort. Ge
durende de eerste zeven maanden van dit jaar kwamen er 15.729
woningen gereed, zodat de vooruitgang op het gebied der woning
bouw iets gunstiger werd. Hiertegenover staat, dat de bevolking
in ons land gestadig toeneemt. Het aantal gesloten huwelijken
bedroeg in 1945: 72.191, in 1946: 107.183 en in 1947: 98.689, zodat
er, 3 x 40.000 of 120.000 woningen gebouwd hadden moeten wor
den om deze aanwas alleen reeds het hoofd te kunnen bieden. Er
kwamen echter in die jaren 41.000 woningen gereed, ten gevolge
waarvan het tekort, dat reeds door verwoestingen enz. was ont
staan, met 80.000 vermeerderde.
Maar het wordt nog veel erger.
De regering heeft thans aan de gemeentebesturen de mededeling
doen toekomen, dat er duplex- en montage-woningen gebouwd
moeten worden. Het bouwen van dergelijke woningen is wel heel
erg, doch tevens noodzakelijk. Wat dit voor een vooruitstrevende
gemeente, zoals Breda, betekent, kunnen wij zien aan de thans in
aanbouw zijnde particuliere woningen bij de Baronielaanbrug,
waarover in de laatste vergadering in afkeurende zin gesproken
is, terwijl dit dan nog geen montagebouw is.
Inderdaad, Mijnheer de Voorzitter, de wijze, waarop hier ge
bouwd wordt, is een schandaal. Ik hoop dan ook, dat het voorne
men om een schoonheidscommissie in het leven te roepen, spoedig
verwezenlijkt zal worden.
Ik hoop echter, dat wij van dit bouwtype verschoond zullen blij
ven zonder aan ons bouwvolume tekort te komen.
Tot slot rest mij de behoefte om lof uit te spreken over de bouw
van de gemeentelijke woningen. Men is gauw geneigd te zeggen,
dat het particulier initiatief gaat boven het gemeentelijke. Het
verschil zowel in ontwerp als in uitvoering is echter zo groot, dat
ik gaarne mijn dank wil brengen aan de dienst van Openbare Wer
ken, waaraan in deze tijden van woningtekorten hoge eisen ge
steld wordt. Vooral het materiaaltekort, meer speciaal de produc
tievermindering van stenen en dakpannen, verzwaart deze eisen in
hoge mate. Ik dank U.
De VOORZITTER gaat hierna over tot beantwoording van de
opmerkingen gemaakt bij de algemene beschouwingen.
Spreker heeft een zekere voldoening over het beleid van het ge
meentebestuur over het afgelopen jaar kunnen beluisteren. Hij is