302
1 DECEMBER 1948
is het College genegen de Raad voorstellen te doen om industrie
terrein te verwerven.
Vervolgens richt spreker zich tot de heer van Gils en zegt het
overhandigde request ernstig te zullen doen overwegen. Daar het
hier evenwel gaat over een tere aangelegenheid, wil spreker eerst
met Burgemeester en Wethouders overleg plegen.
Spreker zegt vervolgens niet ongenegen te zijn om een schoon
heidscommissie, zoals door de heer Brinkerhof gevraagd is, in het
leven te roepen, ofschoon het inschakelen van een nieuwe instan
tie, slechts remmend kan werken.
De dank, die door de heer Brinkerhof gebracht wordt aan de
Dienst van Openbare Werken, wordt door spreker gaarne aanvaard.
Hiermede meent hij in grote lijn de algemene beschouwingen
beantwoord te hebben, zodat hij het woord geeft aan de Wethou
der van Financiën.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat hij de hem door de heer
Jongbloed toegezwaaide lof wil delen met de heren Sommeling,
de Werd en de Hingh en met de ambtenaren van het Ve Bureau,
met wie hij prettig samengewerkt heeft.
Vervolgens zegt spreker het volgende:
Hoewel het verheugend is, dat de begrotingspositie voor het jaar
1949 gunstig genoemd mag worden, moet reeds nu met verschil
lende onzekere factoren rekening worden gehouden. Voor het
overgrote deel is de gunstige positie te danken aan de grote be
drijvigheid, die het economische leven vertoont en aan de grote
arbeidsrust, die in ons land heerst. De Rijksbelastingen, welke de
voedingsbron zijn voor de uitkeringen uit het gemeentefonds vloei
en ruim.
De ondernemingsbelasting, voor zover deze rechtstreeks aan de
gemeente ten goede komt, eveneens de gemeentelijke belastingen
geven een behoorlijke opbrengst en de winsten der bedrijven steu
nen de gemeentelijke financiën in behoorlijke mate.
Deze inkomsten zijn de belangrijkste voor de gemeente. Maar
al deze belastingen zijn uitermate conjunctuur gevoelig, zodat bij
een eventuele depressie in het economische leven, de gevolgen di
rect merkbaar zullen zijn voor de gemeente.
Maar ook zijn door de Regering belasting verlagingen althans
herzieningen aangekondigd, waarvan wij niet weten, welke invloed
dit zal hebben op het gemeentefonds.
Vrijwel zeker mag het geacht worden, dat de ondernemingsbe
lasting zijn hoogtepunt wel bereikt heeft, daarbij komt, dat bij de
raming van f 900.000.ondernemingsbelasting rekening gehou
den moet worden met de achterstand, die aanwezig was, en die nu
blijkbaar ingelopen wordt.
De uiterste voorzichtigheid is dus geboden speciaal wat betreft
het lesreen van vaste lasten, welke straks niet kunnen worden af
gestoten.
Van deze vaste lasten zijn de belangrijkste groep, die van rente
en aflossing.
Voor 1949 is geraamd aan aflossingen f 774.288.66
aan rente f 434.015.33
waarbij komt aflossing annuïteitsleningen
(d.i. rente en aflossing) f 25.331.86
in totaal dus f 1.133.635.85