1 DECEMBER 1948
321
ben van het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het
Centraal Rapport, dat de mogelijkheden omtrent de verplaatsing
van het woonwagenkamp in studie zijn. Spreker merkt evenwel op,
dat deze materie reeds jaren in studie is. Hij vraagt of de moge
lijkheid bestaat, dat deze kwestie provinciaal geregeld wordt.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Commissie ter behartiging
van de belangen der woonwagenbewoners niet vlot werkt, zodat
Breda zelf deze zaak tot een oplossing zal brengen.
Zonder verdere bespreking wordt hoofdstuk II goedge
keurd en vastgesteld.
Hoofdstuk III.
De heer VAN EGERAAT zegt, dat een bewegwijzering naar de
omliggende bossen bezwaarlijk geacht wordt, omdat het aantal
borden zodanig zal toenemen, dat een chaotische toestand ontstaat.
Spreker meende echter een richtingwijzer op de Grote Markt en
een op het van Coothplein aan te brengen, zodat hier slechts sprake
is van 2 borden.
Het verkeer van rijksweg 16 wordt ter hoogte van de Liesboslaan
via de Haagweg naar het stadscentrum geleid. Het verkeer uit Ant
werpen wordt eveneens langs Princenhage geleid. Hierdoor ont
staat op de westelijke toegangswegen een zeer druk verkeer.
Spreker vraagt een gedeelte van het verkeer niet via Princen
hage doch via de Baronielaan naar het centrum te voeren. Hij heeft
hiervoor 2 motieven.
Het eerste motief is meer spreiding van het verkeer; momenteel
gaat alle verkeer over de Haagweg, die daardoor te zwaar belast
wordt. Spreker heeft enige maanden geleden op de Haagweg het
verkeer gecontroleerd, waarbij op een dag van 14 uren 5000 ton
passeerde. Dit is tweemaal zoveel als op de rijksweg Utrecht-Am
sterdam. Hieruit volgt, dat het verkeer op de Haagweg te zwaar is.
Het tweede motief is enigszins irrationeel. Er zijn veel mensen,
die Breda alleen kennen van het voorbijgaan.
Het lijkt spreker van belang, dat het doorgaand verkeer geleid
wordt door niet onaesthetische wijken om de indruk zo gunstig
mogelijk te doen zijn. De treinreizigers krijgen toch al een slechte
indruk van Breda. Wordt het doorgaand verkeer langs de Weste
lijke stadswijken geleid, dan ontstaat daar hetzelfde euvel.
Spreker meent derhalve, dat het leiden van het verkeer via de
Baronielaan om aesthetische redenen van belang is. Hij begrijpt,
dat het verkeer op het van Coothplein inkomt, doch is van mening,
dat de Markendaalseweg een oplossing zou kunnen brengen.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze kwestie bij het openstel
len van de Markendaalseweg en de weg Achter de Lange Stallen
overwogen zal worden.
De heer BRINKERHOF zegt, dat de politie gebruikt wordt, om
lastige elementen uit de samenleving te verbannen. De taak der
politie is dus niet om de Raad voor te stellen een verordening in
te trekken, indien deze last veroorzaakt. Door de Raad is de oog
kleppenverordening ingetrokken. Breda kent een inwoner, die zich