335
2 DECEMBER 1948
De heer JONGBLOED wil niet de landspolitiek in de besprekin
gen betrekken, al is dit zoeven bij de behandeling van het woning-
bouwvraagstuk wel gedaan. Het is toch wel algemeen bekend, dat
de tegenwoordige Minister aan de woningbouw zijn bijzondere
aandacht schenkt. Er moet gebouwd worden. Als de materialen-
positie ons dit belemmert, is er aanleiding om te zorgen, dat Breda
daarvan in ieder geval zijn aandeel binnenkrijgt. Spr. stelt voor
een gemeentelijke inkoper in dienst te nemen, die zal kunnen zor
gen, dat de nodige bouwmaterialen voor woningbouw worden aan
geschaft. Ook in het particuliere bouwbedrijf ziet men deze figuur.
Spr. wijst erop, dat het in deze tijd belangrijk kan zijn, het doen
van grote kapitaalsuitgaven te remmen. De gemeente moet echter,
zodra de conjunctuur zich wijzigt, klaar zijn met haar plannen,
om direct met het uitvoeren van belangrijke werken te kunnen
beginnen. Reeds eerder is er in deze vergadering opgemerkt, dat
er twee grote plagen zijn opgetreden in de laatste jaren, n.l. de
werkloosheid en de woningnood. Indien de werkloosheid zich op
nieuw zou voordoen, en dat is niet denkbeeldig, (Professor Smeets
heeft daarover nog onlangs een belangrijke rede gehouden) moet
Breda gereed zijn. Ook het Plan van de Arbeid, destijds zo veel
omstreden, had deze bedoeling.
Gaarne zal Spr. van het College een lijstje ontvangen van de
plannen, welke in 1948 reeds goedgekeurd, in 1949 tot uitvoering
zullen komen. Hoe staat het bijv. met de spoorwegplannen en met
de bouw van een tunnel aan de Terheydenseweg
Bij al de waardering, welke Spr. heeft voor de Dienst der Be
plantingen, mag toch niét worden verzwegen, dat blijkbaar de
Dienst wat te veel kijkt naar de grote dingen en daarbij de kleine
over het hoofd ziet. Zo bijv. het Zandbergplein. Dit zou volgens
Burgemeester en Wethouders al in orde gebracht zijn. Toegegeven
kan worden dat het herhaaldelijk is geschoffeld, maar onkruid
heeft nu eenmaal de eigenschap van niet te vergaan. Daarom is
schoffelen niet voldoende om dit pleintje op te knappen. De klacht
over zandstuiven is er zelfs door vercroot. Spr. verzoekt het Zand
bergplein meer afdoende te behandelen.
De VOORZITTER kan zich geheel verenigen met de wens, vol
doende plannen gereed te houden voor slechter tijden. Er zit ech
ter ook een andere kant aan deze zaak. Voorbereiden van belang
rijke werken namelijk is duur. Men loopt bovendien de kans, dat
de situatie, als men eindelijk tot uitvoering wil overgaan, op be
paalde punten is gewijzigd, waardoor men het plan toch weer al
of niet omvangrijk moet gaan omwerken. Het eerder uitgegeven
geld, dat lang renteloos is geweest, is dan ook nog verloren. Een
tweede bezwaar is, dat er op het moment geen personeel voor kan
worden vrijgemaakt. In de grote lijn voelt Spr. echter wel voor de
gedachte. Want wie het eerst met zijn plan klaar is, komt ook het
eerst aan bod. Voorkomen moet ook worden, dat men komt te zitten
met een kast vol prachtige en dure plannen voor de toekomst en
daar reclame mede gaat maken, ofschoon zij nooit zullen kunnen
worden verwezenlijkt. Laten wij er ons op verheugen, dat het nu
nog geen tijd van depressie is. De door de heer Jongbloed gegeven
suggestie betreffende het aanstellen van een gemeentelijke inko
per zal het College nader bestuderen.
Wethouder VAN HAPEREN heeft van meerdere zijden verno-