2 DECEMBER 1948 336 men, dat het Zandbergplein nog niet voldoende opgeknapt is. Spr. zal met de Directeur van Beplantingen de zaak ter plaatse gaan bezien. De heer BRINKERHOF wil nog even terugkomen op hetgeen de heer Dirven heeft opgemerkt over het klinkerpad in de Felle- noordstraat. Het idee van een apart rijwielpad is ook voor de Boschstraat indertijd besproken in de Verkeerscommissie. Deze voelde daar uit technische overwegingen toen niet veel voor. Spr. hoopt echter, dat deze Commissie nog op haar mening zal terug komen. Een pad van 50 cm is reeds voldoende. Vooral in de straten waar veel snelverkeer is, is uiterst rechts houden voor de fietsen vaak onmogelijk omdat verzakkingen bij de rioolkolken het weg dek te slecht maken. De heer VAN DEN BERG vraagt de aandacht voor het Binde- plein. Voor de oorlog was dit een van de mooiste pleintjes van de stad. Onlangs is daar echter een transformatorhuisje gebouwd. De mooie oude populieren zijn daarvoor omgehakt. De speeltuin voor kinderen welke aldaar zou worden aangelegd, is er nog steeds niet, zodat de toestand daar nu belangrijk slechter is geworden. De be woners van die omgeving stellen er erg veel prijs op, dat het pleintje weer spoedig zal worden beplant. Wethouder VAN HAPEREN maakt er de Raad opmerkzaam op, dat Gedeputeerde Staten de Dienst van Beplantingen altijd als een luxe hebben gezien. Jaar in jaar uit werd de begroting ervan be snoeid. Daardoor moest men wel eens iets, dat men graag zou willen doen, uitstellen tot een volgend dienstjaar. Zo is het dan ook te verklaren, dat er achterstand in het beplantingswerk is ontstaan. Voegt men daarbij de verwoesting van vele parken in de bezettingstijd en de toename van het werk door uitbreiding der gemeente, dan kan het geen verwondering wekken, dat niet aan alle wensen dadelijk kan worden voldaan. Gelukkig kan wor den verklaard, dat men goed op weg is de achterstand in te halen. Wat betreft het Lindeplein moet worden toegegeven, dat de situatie daar er door het bouwen van het transformatorhuisje niet mooier op is geworden. De oorzaak bleek te schuilen in het feit, dat het contact tussen Beplantingen, Lichtbedrijven en Open bare Werken niet voldoende was. Spr. heeft hierin verandering gebracht, door een nauwere samenwerking te bewerkstelligen. Hij hoopt, dat de gemaakte fouten zich niet zullen herhalen. De heer VAN EGERAAT heeft op zijn vraag over de sluiting van de parken na zonsondergang ten antwoord gekregen, dat dit niet mogelijk is. Dat er zich in de parken geen excessen zouden voordoen, moet Spr. sterk betwijfelen. Hij wijst er op, dat er ook op de Nassausingel dingen gebeuren, die men niet meer roman tisch kan noemen, doch excessief. Indien algehele sluiting van de parken niet is te bereiken, is meer effectief toezicht toch wel zeer nodig. Spr. voelt zich als enige in de Raad, die voor het behoud van de Haven is, wel eenzaam. Aangezien het vraagstuk thans niet discussiabel is, zal hij van verdere argumentering nu afzien, om er mogelijk later op terug te komen. Hij vraagt de aandacht van Burgemeester en Wethouders, voor het aesthetisch aanzien van de stad. Verbetering in dit opzicht behoeft niet zoveel te kosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 336