2 DECEMBER 1948 338 De heer KAMPHUYS heeft met genoegen gezien, dat op post 857 een hoger bedrag voor de Oudercommissies is geraamd. Hij hoopt, dat dit stimulerend zal werken voor het openbaar onderwijs en verzoekt Burgemeester en Wethouders het werk der Oudercom- missies zoveel mogelijk te willen steunen en bevorderen. De heer JONGBLOED zegt geen bezwaar te hebben tegen han denarbeid op de scholen, maar meent wel tot voorzichtigheid te moe ten manen. Vele kinderen hebben al zo veel moeite om het gewone onderwijs te kunnen bijhouden, dat een beknibbeling op de daar voor gestelde tijd hoogst gevaarlijk is. Tenslotte is lezen en schrij ven voor ieder belangrijk in het leven en dit zal dus steeds voor moeten gaan. Een ander bezwaar is, dat voor handenarbeid vrij grote lokalen nodig zijn, welke men in bijna geen enkele school vindt. De heer VAN SWOL vraagt of het gebruik maken van radio- lessen in de scholen de aandacht van Burgemeester en Wethouders heeft. De heer VAN KAMPEN informeert naar de mogelijkheid tot bouwen van een gymnastieklokaal bij de in aanbouw zijnde Juliana- school. De heer VAN GILS had terzake van het vak handenarbeid een hoopvoller antwoord van Burgemeester en Wethouders verwacht. Spr. heeft van nabij gezien welke mogelijkheden dit vak biedt en is een groot voorstander ervan. Een wat uitvoeriger toelichting acht hij niet overbodig en zegt in dit verband verder: Allereerst dan is het de bedoeling om aan leerlingen van de hoogste klassen iets bij te brengen tot vorming van hun wil om iets te presteren. Het is toch een algemeen bekend verschijnsel, dat vooral een jongen op die leeftijd zijn spieren wil gebruiken. Mede een geschikt middel hiertoe is handenarbeid. Onwillekeurig maakt het het kind nauwgezetter, het vormt zijn karakter, het minderwaardigheidsgevoel bij de verstandelijk minder begaafden zal worden opgeheven, doordat anderen hem prijzen en waardering- tonen voor het gepresteerde. Vooral wanneer gemeenschappelijk wordt gewerkt, brengt het verantwoordelijkheidsbesef bij, er ontstaat reeds een gemeenschaps gevoel. Het kweekt liefde en waardering voor de handenarbeid, welke zo nodig is in onze gemechaniseerde maatschappij. Zeker, het kind zal in den beginne ook wel enige moeilijkheden ondervinden, doch al doende leert het. Al smedende wordt men smid. Iets wat het kind zelf ontwerpt, nabootst, fantaseert, kent het door en door. Men leert het kind reeds vroeg handigheid in het ge bruik van allerlei gereedschappen, waardoor het thuis reeds op betrekkelijk jeugdige leeftijd allerlei kleine karweitjes, zoals een voudige schoenreparatie, druipende waterkranen, e.d. kan verrich ten. De kinderen leren reeds zelfstandig denken en handelen; het is dikwijls richtinggevend, welk vak of beroep hun het beste ligt. Spr. uit ten slotte de hoop, dat tot invoering van het vak op de lagere scholen zal worden besloten. De heer BRINKERHOF is daarvan eveneens een voorstander.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 338