2 DECEMBER 1948 342 Bij een tweejarige opleiding op de Ambachtsschool krijgen deze arbeiders niet voldoende grondslag om in het bedrijfsleven te wor den opgenomen. Deze opleidingstijd is ten enemale onvoldoende, reden waarom door mij werd gevraagd om de 2-jarige cursus om te zetten in een 3-jarige. Hieraan zijn, zoals ik reeds gezegd heb, vele bezwaren verbon den, waarbij nog komen de eventuele benodigde localiteiten als mede uitbreiding van het lerarencorps, echter zou ik Uw geacht College wel in overweging willen geven, deze aangelegenheid nog eens ernstig onder de ogen te zien en te trachten, eventueel zonder steun van het Rijk deze 3-jarige cursus te willen bevorderen. Wethouder ROMSOM deelt mede, dat het nijverheidsonderwijs de bijzondere aandacht van.Jiet College van Burgemeester en Wethou ders heeft. Het Rijk wil echter voor een driejarige cursus geen subsidie geven. Overwogen is nu, deze voor eigen rekening toch in het leven te roepen, zij het dan alleen voor de meest noodzakelijke vakken. Een bezwaar is hierbij weder het gebrek aan lokaliteit. Barakken geven hier geen uitkomst, zodat de oplossing ligt in verbouwen. Het ligt in de bedoeling daarmede zo spoedig mogelijk te gaan beginnen. De VOORZITTER betreurt het zeer, dat er aan de ambachts school nog geen drie-jarige opleiding is, omdat de twee-jarige cursus niet voldoende wordt geacht voor de vorming van werkelijk goed vaklieden. De industrie zit daar dringend om verlegen. Daar bij komt, dat de ambachtsschool nu niet de leerlingen krijgt, die ze feitelijk zou moeten hebben. Op het ogenblik is het zo, dat de jongelui, die niet over voldoende verstandelijke vermogens beschik ken om naar de H.B.S. of naar het Lyceum te gaan, grotendeels op de M.U.L.O.-scholen terecht komen en na het doorworstelen van deze leergang zich ook tot de intellectuelen tellen. Daardoor is het verklaarbaar, dat M.U.L.O.-leerlingen in het leven vaak niet slagen. De werkelijk goede kansen in het leven zijn voor de Middel baar en Hoger gevormden envoor de goede ambachtslieden. Vakmensen mislukken zelden. Het ware daarom te wensen, dat vele M.U.L.O.-leerlingen na het behalen van hun diploma alsnog de ambachtsschool zouden volgen. Met de theoretische en daarop gevolgde vaktechnische vorming zou er uit hen een prachtig corps ambachtslieden groeien, waarmee de industrie en bijgevolg geheel ons land ten zeerste gediend zou zijn. En het tegenwoordig zo tal rijke proletariaat met-de-schone-boord zou sterk verminderen. Om dit te kunnen bereiken is in de eerste plaats uitstekend am- bachtsonderwijs nodig en in de tweede plaats een goede voor lichting van de ouders. Wellicht werkt hier ook de houding van M.U.L.O.-onderwijzers, die gaarne hun school gevuld zien, rem mend. De heren VAN DEN EEDEN en JONGBLOED verklaren, zich geheel met de opvatting van de Voorzitter te kunnen verenigen. De heer BRINKERHOF is verwonderd van de Wethouder Korn- som nu te vernemen, dat de Ambachtsschool te klein is geworden. Onge /eer lJ/2 jaar geleden verklaarde deze wethouder dat de am bachtsschool ruim genoeg was. Wethouder ROMSOM antwoordt hierop, dat inderdaad toen de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 342