358 22 DECEMBER 1948 De VOORZITTER zegt in het begin van dit jaar 45000 m3 inhoud toegewezen gekregen te hebben voor de bouw van 150 woningen. Een gedeelte hiervan werd gereserveerd voor particuliere bouwers. Het overige deel werd van gemeentewege voor de bouw van 62 woningen gebezigd. Op een zeker ogenblik zette de Minister het verder verbruik van bouwvolume stop, waardoor in deze gemeente slechts 100 huizen geëffectueerd konden worden. Dit jaar zijn er echter 745 paren getrouwd. Met de woningbouw is het dus treurig gesteld. Spreker wil bij de Minister de nodige pogingen aanwenden om het restant bouwvolume alsnog bij te krijgen. Hij vindt het zeer betreurenswaardig, dat, ofschoon er aanvankelijk een bouwvolume voor 150 woningen verstrekt is, midden in het jaar het verbruik door de Minister stopgezet wordt, zodat slechts 100 woningen ge bouwd kunnen worden. Het zenden van een protest is hem erg welgevallig. De Minister persoonlijk heeft spreker niet willen aanvallen, omdat deze aan de ontstane situatie geen schuld heeft. Het gevolg van de stopzet ting is echter dat de burgers, die bouwplannen inzonden en op bouwvolume rekenden, teleurgesteld zijn. De propagandadienst van het Ministerie functionneert uitste kend. Maar al verkondigt deze dienst, dat het woningtekort in 1951 of 1953 opgeheven zal zijn, volgens spreker zal dit niet het geval zijn. Integendeel, het tekort wordt nog steeds groter. Het grieft spreker dat het toegezegde volume niet verbruikt mag wor den. De gemeente heeft 130 gerepatrieerde gezinnen opgenomen, waarvoor 5 woningen terug gegeven zijn. De heer MEYERS zegt, dat, indien de door oorlogsgeweld ge troffen gemeenten voorgaan, met een algemeen protest niet veel bereikt zal worden. De VOORZITTER zegt een protest in behoorlijke termen te zul len laten uitgaan. De heer MEYERS vraagt of het de bedoeling is te trachten het restant van het bouwvolume, dat door de stopzetting vervallen is, terug te krijgen. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks het plan is. In verband hiermede blijkt het de bedoeling van de Raad genoemde gegevens onder de aandacht van de Minister te brengen. De heer JONGBLOED vraagt hoeveel woningen van de bouw plannen 1947 en 1948 gereed zijn. De VOORZITTER zegt per jaar te rekenen. In 1948 zijn 100 woningen aanbesteed, ofschoon er 745 paren getrouwd zijn. Bij de volkstelling waren er reeds 3900 woningen te kort. Dit aantal is momenteel nog veel groter. Intussen heeft Breda 130 Indische families opgenomen, waarvoor 5 huizen teruggekregen zijn, ter wijl de K.M.A. als opleidingscentrum ook bouwvolume kost. De situatie wordt met de dag nijpender en knaagt aan het levensge luk van vele mensen. De heer JONGBLOED kan deze cri de coeur zeer goed begrijpen. Het is evenwel de bedoeling van de Minister eerst de woningen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 358