22 DECEMBER 1948 359 de bouwplannen 1947 en 1948 gereed te maken. Het motief, dat bij de Regering voorzit, is bij materiaal schaarste niet verder aan te besteden, maar eerst af te bouwen. Volgens spreker zou de ge meente meer aandacht aan het afbouwen der huizen moeten be steden. De VOORZITTER antwoordt, dat er reeds veel woningen gereed zijn. Het bouwen is niet slecht opgeschoten, omdat in de gemeente meer bouwvakarbeiders wonen ,dan nodig zijn. De heer JONGBLOED zegt, dat er slechts dan bij de Regering aangedrongen dient te worden, als bijzondere omstandigheden aan wezig zijn. Is dit niet het geval dan moet de gemeente niet pro testeren. De situatie is nu over het gehele land zodanig, dat eerst afgebouwd moet worden wat aanbesteed is, daar anders deze zaak in het honderd loopt. Het land verkeert in een toestand, dat er te veel aanbesteed is. Spreker vindt het idee van de Regering redelijk. Hij wil het zen den van een protest aanvaarden, indien er iets mee bereikt kan worden. De VOORZITTER zegt de regering geen verwijten te willen ma ken. Het is echter niet juist, dat de toegezegde 50 woningen niet ge bouwd mogen worden. Ook het stopzetten acht spreker als symp toom niet juist. Hij gaat morgen naar Den Haag om te trachten het resterende bouwvolume alsnog te krijgen. Noord-Brabant stond door zijn ijver boven aan en kon daardoor een groot aantal bouw vakarbeiders aan het werk houden. Door deze stopzetting komt een deel van deze bouwvakarbeiders evenwel zonder werk. Daarbij komt nog, dat slechts 25% van hen naar andere provincies gedirigeerd kan worden. Hij is dan ook van mening dat de arbeidslust afgeremd wordt. Nu moet eerst deze zaak gelijkgetrokken worden, omdat Brabant vóór is. Ofschoon het gemakkelijker is bij de pakken neer te zitten, zal spreker naar Den Haag gaan om alsnog een poging te wagen. Hij vraagt de heer Jongbloed deze situatie in zijn kring bekend te willen maken. De heer MEYS wil niet zeggen, dat Breda onjuist behandeld wordt. Breda moet niet afgunstig zijn op andere gemeenten, maar Breda krijgt minder bouwvolume toegewezen dan waarop het recht heeft. Omdat de woningnood in deze gemeente zeer groot is, moet ze geholpen worden. De heer SCHIJEN wil een voorbeeld aanhalen en zegt dat het voorkwam, dat het bouwen van een stelling aan de Grebbeberg volgens de Generale Staf niet vlug genoeg ging. Er moesten meer arbeiders en meer schoppen komen. De dienstdoende officier ant woordde dat zijn soldaten 2 uren moesten wachten op een nieuwe kar zand. Er was dus alleen behoefte aan zand en niet aan arbeids krachten en schoppen. Spreker vervolgt, dat dit verhaal ook omgekeerd kan worden, indien er voldoende materialen aanwezig zijn, doch geen arbeiders. Er zijn plaatsen, waar geen arbeiders zijn, zodat het materiaal moet blijven liggen. Breda zou dit materiaal goed kunnen gebrui ken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 359