22 DECEMBER 1948 365 De heer BRINKERHOF zegt in de vergadering van de Bouw commissie wegens uitstedigheid niet aanwezig geweest te zijn. Spreker heeft tegen dit voorstel bezwaren. De gemeente koopt vier a vijf huizen met 342 m2 grond voor f 8000.-. Aan deze huizen zal voor een bedrag van f 10.000.- ver bouwd moeten worden. Hij is van mening, dat de herstellingskos ten zeer laag geraamd zijn. Dit bedrag zal wel veel groter worden. Spreker is naar deze huizen gaan kijken. Men heeft veel gedaan om ze bewoonbaar te maken. De toestanden zijn er echter zeer slecht. Zo treft men er een niet te gebruiken privaat, geen vloer in de bedstee, een in zeer slechte staat verkerend dak enz. Doch zulks is nog niet het grootste bezwaar. Het grootste bezwaar is, dat de huuropbrengst verhoogd wordt tot f 1800.-. Dit is 10<>/o van f 18.000.-. Momenteel bedraagt de huur f 1380.-. Burgemeester en Wethouders hebben direct in de koop toegestemd, ofschoon de koopsom wel verminderd had kunnen worden. Spreker is van me ening, dat een bedrag van f 8000.- te hoog genoemd moet worden. De VOORZITTER zegt, dat het inpandige huizen zijn, die in een slop staan en voor sanering in aanmerking komen. De herstellings kosten zijn zeer groot. Er wordt echter van de gemeente veel ge ëist. De Bouwcommissie is evenwel van oordeel, dat een bedrag van f 8000.- niet te hoog is. Spreker is bereid deze zaak nog eens ter nadere overweging in de Bouwcommissie te brengen. Indien de ge meente er behoorlijke woningen van maakt, dan worden daardoor de burgers geholpen. Daar bij deze koop geen spoed is, stelt spre ker voor met de Commissie ter plaatse te gaan kijken om zich na der te kunnen beraden. De heer SCHIJEN vraagt of in dat geval ook de woningen in de Nieuwe Huizen bekeken kunnen worden. De heer VAN OOSTERHOUT meent deze huizen niet te moeten laten schieten, omdat ze voor sanering dienen. Zonder verdere bespreking wordt besloten het voorstel aan te houden, opdat de Bouwcommissie ter plaatse kan gaan kijken en zich nader kan beraden. 32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een uitkeringsregeling i.v.m. inkrimping van het gemeente- personeel (Bijlagen 1948, no. 301). Dienovereenkomstig wordt besloten. 33. Wijziging van de begroting voor het dienstjaar 1948. De heer JONGB.LOED verzoekt in begrotingswijzigingen geen principiële gevallen te lassen, maar deze als afzonderlijke punten op de agenda te plaatsen. Dergelijke punten zijn o.a. de verlichting van het archief, een nieuwe motor in de autospuit, die f 1100.- kost. De VOORZITTER is van oordeel, dat van zaken van groter for maat afzonderlijke agendapunten gemaakt dienen te worden. Het is geenszins de bedoeling ze te verbergen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 365