366 22 DECEMBER 1948 Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat begrotingswijzigingen als een punt op de agenda staan vermeld. Als deze wijzigingen bezien worden, kan men daaruit wel lezen wat bedoeld wordt, zodat van verbergen geen sprake is. De heer JONGBLOED zegt, dat zulks wel het geval zou zijn, in dien de raadsleden de begrotingswijzigingen bij de raadsstukken zouden ontvangen. Daar dit niet geschiedt, verzoekt hij van der gelijke zaken een agendapunt te maken. De VOORZITTER antwoordt de bedoeling begrepen te hebben. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. RONDVRAAG: De VOORZITTER gaat vervolgens over tot het beantwoorden van de in een vorige raadsvergadering gestelde vragen. 1. Hoe komt het dat er zo weinig gaslantaarns branden In an dere steden branden alle gaslantaarns. Het is gebleken, dat op enige zelfs meerdere plaatsen in de stad minder gaslantaarns zijn ontstoken dan vóór de oorlog. Dat pro- centsgewijze in onze stad minder gaslantaarns branden t.o.v. het aantal, dat vóór de oorlog brandde ten aanzien van andere steden van gelijke grootte als Breda is volgens Directeur Lichtbedrijven niet juist. Toegelaten is voor gewone straten, geen hoofdverkeerswegen zijn de, een verlichting van 20% van vóór de oorlog, van maximaal 50% voor hoofdverkeerswegen. Tijdens de oorlog en na de bevrijding zijn honderden lantaarnpalen vernield. Aanvulling is zeer moeilijk. Voor verbetering van de verlichting der buitenwijken wordt al het mogelijke gedaan. Er heerst echter een grote schaarste aan mate riaal. 2. Hebben Burgemeester en Wethouders kennis genomen van het persbericht, dat in Tilburg maatregelen zijn genomen t.a.v. de controle op leeftijden in bioscopen? In verband met het ernstige euvel van ontoelaatbaar en onge oorloofd bioscoopbezoek door jeugdige personen hebben Burge meester en Wethouders van Tilburg zich beraden omtrent de keuze der middelen om aan dit kwaad op doeltreffende wijze een eind te maken. De practijk heeft naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders van Tilburg bewezen, dat aan de hand van de Bios coopwet, dewelke met administratieve middelen alleen optreden tegen de houder van de bioscoop mogelijk maakt, het kwaad niet met succes kan worden bestreden. Men heeft derhalve een samenstel van bepalingen ontworpen, v/elke een onmiddellijk en rechtstreeks optreden tegen de jeugdige personen zelf mogelijk maken. Als noodzakelijke aanvulling daarop zou dan voor deze personen een legitimatieverplichting in het leven geroepen moeten worden, welke verplichtingen zich, met het oog op de onontbeerlijke be voegdheid van controlerende politieambtenaren om ook in twijfel gevallen legitimatie te kunnen vorderen, tot de 21-jarige leeftijd zal dienen uit te strekken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 366