be Heer i^ainphuys zegt, dat de raad bij de toe kenning van de er e-medailles uiterst voorzichtig moet zijn. De betrokkenen moeten uit z on dei* lij ke verdiensten hebben voor de stad. Wanneer we in dit geval een medaille toekennen,begeven we ons op gevaarlijk terrein De Heer Verhaak vraagt wat het voorstel van H. en W. in deze is. De Voor7.itter antwoordt, dat Jb. en W. - na enige aarzeling - hebben besloten de penning toe te kennen. De Heer ten Holder zegt, oat het besluit toch behoorlijk geformuleerd zal moeten zijn. De Voorzitter is van mening, bat het inderdaad een moeilijk geval is. De ere-medailles moeten we alleen bij exceptionele gebeurtenissen toekennen. Wanneer een ere-medaille wordt toegekend, ruoet gezegd kunnen worden, dat deze op zijn plaats is. De Heer Verhaak vraagt of de beslissing van de raad uitgesteld kan worden tot een volgende vergadering opdat de raad alsnog een onderzoek zal kunnen in stellen naar de verdiensten van Douairière speyart van Woerden De Voorzitter antwoordt, dat hiertegen geen bezwaar bestaat. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 386