het personeel is evenwel na 1946 in dienst getreden, vooral de losse arbeiders. Indien deze toelage niet verstrekt wordt aan het personeel, dat na 1946 in dienst is gekomen, dan zal zulks ver warring onder het personeel stichten. Hij vraagt wat dit deel van het personeel zal ontvangen. Spreker vervolgt, dat de voorzitter in de openbare raadsverga dering met een warm hart over bouwvolume gesproken heeft en wel over het terugnemen van toegewezen bouwvolume door de Minister. Yoor het gehele Nederlandse bedrijfswezen geldt de 2% kerst gratificatie. In dat verband staat dus het gehele bedrijfswezen gelijk. Nu wordt echter deze toelage gevraagd op grond van bij zondere prestatie. Indien in het vrije bedrijf aan de regering gevraagd wordt om voor geleverde prestatie de bedrijfsgenoten van de winsten te laten genieten, dan wordt dit principieel af gewezen. Spreker ziet geen verschil tussen het personeel in het vrije bedrijf en het overheidspersoneel. Hij heeft slechts een algemene opmerking willen maken, omdat straks door het vrije bedrijf hiervan gebruik gemaakt zal worden. De heer Cosijn zegt, dat een stem uit het bedrijfswezen geklon ken heeft. Hij is het eens met het eerste motief van de heer Jonker, met de tweede evenwel niet. Het extra werk wordt in het vrije bedrijf betaald en is ook be taald, indien hij tenminste oordeelt over de bedrijven, waar hij werkzaam is. Hij veronderstelt, dat door deze toelage scheve verhoudingen zullen ontstaan, omdat de personen, die na 1946 in dienst zijn getreden, de toelage niet ontvangen. Zouden er in het bedrijfsleven bij het verstrekken van de 2fc kerstgratificatie personen uitgesloten worden, dan schept zulks een scheve ver houding. Spreker zegt, dat zijn bedrijf het niet over het hart heeft kunnen verkrijgen om mensen, die na 194$ in dienst zijn gekomen, van de 2<fc toelage uit te schakelen. Derhalve wordt aan alle personen uitbetaald, zodat niemand overgeslagen wordt. De heer Brinkerhof zegt, het voorstel van Burgemeester en Wet houders te kunnen toejuichen. De heren Jonker en Cosijn hebben gewezen op de personen, die in 1947 nog niet in gemeentedienst waren. Maar wat krijgen zij, die in 1946 met pensioen zijn ge gaan? Deze hebben toch ook aan de extra perstatie medegewerkt. Spreker verzoekt ook deze categorie de toelage te verstrekken. De Voorzitter zegt veel te voelen voor de mening van de heer Cosijn. Spreker is het er mee eens, dat de toelage over de ge hele lijn verstrekt moet worden, omdat allen arm zijn. Om boven—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 398