48 18 FEBRUARI 1948
vergadering naar aanleiding van een opmerking van de heer DIR-
VEN heeft gezegd, dat het verschil niet zo erg groot was met de
tarieven der gemeente vergeleken. Spreker moet er echter op te
rugkomen, daar hem is gebleken, dat de grote meerderheid veel
meer betaalt.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar
stelling van een crvediet voor de verbouwing van de v.m. politie
post aan de Raadhuisstraat. (Bijlagen 1948, no. 42).
De heer BRINKERHOF merkt op, dat het crediet wel iets ver
hoogd zal moeten worden in verband met de aan te brengen wijzi
gingen aan het distributièkantoor.
De VOORZITTER zegt dat dit in de volgende vergadering wel
kan gebeuren.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van het bestek voor de bouw van 79 woningen nabij de Olmstraat.
(Bijlagen 1948, no. 43).
Dit voorstel wordt zonder bespreking aangenomen.
23. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het ver
zoek van de R.K. Bouwvereniging (v.m. Ginneken) tot toekenning
van voorschotten en bijdragen voor de bouw van 12 woningen
volgens het Bouwplan 1947. (Bijlagen 1948, no. 60).
De heer KRAMERS merkt op dat het voorstel niet erg duidelijk
is. Eerst wordt er gesproken over 42 woningen dan weer over 25
en 12, weer later over 10.
De VOORZITTER merkt op, dat het inderdaad min of meer
verwarrend is, maar dit komt omdat men voorschotten gevraagd
heeft voor 25 woningen, maar dat het hier gaat over de te bou
wen 12 woningen op het terrein nabij de Overakker, waarop reeds
10 woningen voor grote gezinnen zijn gebouwd.
De heer BRINKERHOF heeft tegen het voorstel geen bezwaar
maar hij merkt op, dat het tijd wordt dat men toezicht houdt op
het metselwerk, want dat is hier en daar beneden peil.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot sloping van
de watertoren aan de Ulvenhoutselaan. (Bijlagen 1948, no. 28).
De heer DIRVEN leest een brief voor van de heer van Gooi, die
afwezig is, waarin deze het idee oppert om de toren te gebruiken
als uitkijktoren.
De heer BRINKERHOF merkt op dat uit deze brief blijkt, dat
