60
17 MAART 1948
Daarop deelt spreker mede, dat een verzoek is binnengekomen
van de heer Jongbloed om bij de aanvang van de vergadering een
verklaring te mogen afleggen namens de fractie van de Partij
van de Arbeid in verband met de gebeurtenissen in Tsjecho-Slo-
wakije.
Hij geeft hierna het woord aan de heer Jongbloed.
De heer JONGBLOED zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
De gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije, hetgeen daaraan reeds
vooraf ging in andere landen in Oost-Europa, de dreiging die zich
reeds aftekent voor Finland en de schaduwen die zich reeds ver
tonen voor Noorwegen en Zweden, dit alles legt ons de dure plicht
op om paraat te zijn in dien zin, dat ons land niet ten offer valt
aan een dictatuur of imperialisme, dat even erg en waarschijnlijk
nog veel erger zou zijn dan het nazisme waaronder wij 5 jaren
gebukt hebben gegaan, te meer omdat in ons land de communis
tische partij met haar mantel-organisaties geen middel onbeproefd
laat om met dezelfde methoden, die in andere landen daarvoor ge
schikt zijn gebleken, ons land en ons volk te maken tot een vazal
van Rusland.
Mijnheer de Voorzitter, het is hier niet de plaats om daarop die
per in te gaan, maar wel meent de fractie van de Partij van de
Arbeid ook in dit college openlijk te moeten protesteren tegen de
verdrukking en de vertrapping, waaronder het Tsjechische en het
Slowaakse volk gebukt gaat en mogen we niet na het verraad aan
dit volk bij de conferentie van München in 1938, opnieuw zoals
Dr. Colijn ons in die dagen voor de radio adviseerde, rustig gaan
slapen, maar moeten wij op alle fronten en niet in het minst in de
vertegenwoordigende lichamen, ons bezinnen op de middelen, die
ons ten dienste staan om het communisme te bestrijden.
Het is in verband hiermede, dat onze fractie heeft besloten om
meer dan ooit elke samenwerking, bespreking en overleg met ver
tegenwoordigers van de communistische partij af te wijzen.
Zij geeft daarvan bij deze openlijk kennis, maar voegt daaraan
onmiddellijk toe, dat zulks niet voldoende is en dat daarnevens
maatregelen geboden zijn, welke gericht zijn op samenwerking van
alle krachten voor een progressieve sociaal-economische omvor-
mingspolitiek, omdat zij daarin ziet de meest doelmatige bestrij
ding van het communistische gevaar.
De reactionnaire elementen in ons volk, die onze regering bij
haar moeizame arbeid om ons de ellende van de oorlog te boven
te doen komen, op elk terrein een stok tussen de benen proberen
te steken, mogen het zich ook van deze plaats gezegd houden, dat
hun verlangen naar een terugkeer van vooroorlogse toestanden,
een vruchtbare voedingsbodem is voor het communisme, om
dat het schrikbeeld van de massale werkloosheid en de chaotische
toestanden op economisch gebied nog te vers in het geheugen
liggen. Men wil niet terug naar het verleden, maar vooruit naar
een betere samenleving met meer geluk en meer welvaart voor
alle lagen van ons volk. Daarom aan ons progressieve volksdeel
de taak om te tonen dat he.t mogelijk is om tussen de gevaren,
die ons van twee zijden bedreigen, n.l. aan de ene kant de com
munistische dictatuur en aan de andere kant het reactionnaire
drijven van een bepaalde groep en van allen die met deze groep