68 17 MAART 1948 het toch mogelijk moet zijn binnen een jaar een gelijkwaardig pand te vinden. Hierna wordt tot stemming overgegaan, waaruit blijkt dat het voorstel met 17 tegen 15 stemmen is aangenomen. Vóór stemmen de heren: H. J. van Houten, H. A. Sprangers, N. G. E. Meijers, A. C. B. van Arendonk, J. Verschuren, J. A. Meijs, D. J. A. Kramers, C. A. H. van Swol, H. J. C. COSIJN, A. van Haperen, A. C. Dirven, C. J. Laureij, F. P. van de Noort, M. A. Beekers, L. Jonker, Mr A. A. M. Struijcken en A. P. Romsom. Tegen stemmen de heren: J. D. F. Brinkerhof, A. Laban, L. van den Berg, A. W. van der Meulen, A. J. J. van Gils, J. H. A. Roo- vers, J. M. van Bijnen, A. Jongbloed, J. J. van Oijen, C. de Ruiter, J. J. M. ten Holder, J. van Kampen, A. M. van Oosterhout, Drs L. van Egeraat en O. E. G. M. Verhaak. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van panden aan de Nieuwe Huizen (bijlagen 1948, no. 85). De heer SPRANGERS vraagt of het Prijzenbureau hierover is gehoord. De VOORZITTER merkt op, dat dit zeker wer het geval zal zijn. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van een crediet i.v.b. met artikel 14 der Woonruimtewet 1947 (bij lagen 1948, no. 64). Dit voorstel wordt zonder bespreking aangenomen. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot bevordering van de woningbouw door particulieren en in verband daarmede tot oprichting van de gemeentelijke hypotheekbank (bijlagen 1948, no. 86). De VOORZITTER zegt, dat dit punt wordt teruggenomen en bij een volgende gelegenheid zal worden behandeld. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baarstellen van een crediet voor het ontwerpen van plannen voor etagewoningen (bijlagen 1948, no. 76). De heer DE RUITER zegt, dat het hem genoegen doet, dat dit onderwerp ter sprake komt. Spreker heeft reeds meermalen een pleidooi gehouden voor etagebouw tegenover de laagbouw, maar spreker lijkt dit niets voor particulier initiatief. Hij is wel voor een crediet, maar dan te besteden door de gemeente zelf. De heer JONGBLOED zou graag iets meer weten over dit co mité wie het uiteindelijk doet, de gemeente of particulieren, vindt spreker niet zo'n principiële zaak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 68