17 MAART 1948 69 De heer LAUREY heeft alle waardering voor het streven van dit Comité. In normale tijden zou hij er ook niets op tegen hebben, maar thans is hij bang, dat het woningen zullen worden voor beter ge situeerden en dan nog zonder kinderen. Spreker zag liever wonin gen voor gezinnen met kinderen en liefst met veel kinderen. De heer VAN EGERAAT had hetzelfde willen zeggen ook bij hem rijst de vraag, wie zullen ze bewonen, wat voor soort mensen. De VOORZITTER zegt, dat de aanleiding tot dit voorstel is ge weest een brief van Mevrouw Boosman. Er is een comité gevormd, waarin niet uitsluitend dames zit ting hebben (dit blijkt per abuis in het voorstel zo te staan). Dit comité heeft ten doel, de mogelijkheid te bezien tot het bouwen van een flat voor hele kleine gezinnen, welke thans wonen in grote huizen, die ook voor hen een last zijn; gezien de leeftijd, blijven deze mensen nogal eens vrij van inwoning. Deze huizen nu, zouden dan benut kunnen worden voor grote gezinnen; inderdaad wordt zo'n flat wel gebouwd voor een bepaalde groep, daar dit wel nodig is, gezien het feit, dat men met een groot aantal gezinnen bij elkaar komt te wonen; blijkt dit een succes, dan kan het ook voor andere groepen worden geprobeerd. Men moet echter niet ver geten, dat het bouwen van een flat vrij kostbaar is. Laat dit Co mité eens een eerlijke proef nemen; dat kost echter geld, wat zij ook niet hebben. Laten we dit spontane initiatief steunen. De heer JONGBLOED dankt de voorzitter voor zijn uiteenzet ting, en zegt thans tevreden gesteld te zijn, alleen zou hij nog wil len vragen of het plan toch in handen van de gemeente blijft. De VOORZITTER zegt, dat dit inderdaad het geval is. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van een bijdrage in de kosten van uitgaven van een gids voor Breda (bijlagen 1948, no. 84). De heer SPRANGERS zegt, dat een begroting gemist te hebben van inkomsten en uitgaven van Breda Vooruit. Spreker had die toch wel eens gaarne gezien. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders alle financiële gegevens ter inzage hebben gehad. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 26. Prae-advies op een verzoek van de heer P. van Leijsen te Oosterhout om uitbetaling van een obligatie welke is uitgeloot maar waarvan de mantel in het ongerede is geraakt (bijlagen 1948, no. 72). De heer MEYS zegt het begrijpelijk te vinden, dat door de Ge meente een ander gelijkwaardig stuk als waarborg wordt ge vraagd. Hij vraagt zich echter af of dit noodzakelijk moet in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 69